Wat kom je tegen in het donker?

Rob maak zich zorgen over hardlopen in het donker.

Ik houd deze weken het nieuws over de Posbank-moord goed bij. Niet dat ik geïnteresseerd ben in moord- en doodslag: verre van. Maar omdat het gaat over hardlopen.

Het slachtoffer, Alex Wiegmink, ging in 2003 een rondje rennen in het mooie natuurgebied de Posbank. Gewoon na zijn werk, om vier uur ‘s middags. Hij komt nooit thuis. Zijn stoffelijk overschot wordt die avond, tachtig kilometer verderop, gevonden in zijn eigen – uitgebrande – auto.

Een paar mogelijke verklaringen voor zijn dood vallen snel af: het slachtoffer was een gewone huisvader, en geen bekende in het criminele circuit. Hij leidde ook geen dubbelleven, met onfrisse zaakjes of een geheime liefdesrelatie die fout liep. Maar wat er dan wél was gebeurd? Na zo’n dertien jaar spitten lijkt het cold case-team van de politie de zaak te hebben opgelost: Wiegmink was een hardloper die op de verkeerde tijd op de verkeerde plek was. Hij had iets gezien dat hij niet had moeten zien, en nu is hij dood.

Ik denk er deze week aan als ik ‘s ochtends om zeven uur vertrek voor mijn duurloop. Het is dan nog stikdonker, ik heb een halogeenlamp aan een telefoon-accu om mezelf bij te lichten op de fietspaden in de weilanden. Wat zou mij in dat duister allemaal kunnen gebeuren? Als vijftigjarige man hoef ik iets minder op mijn tellen te passen dan als jonge vrouw, maar toch… 

Ik neem mezelf voor om in elk geval mijn aangeboren nieuwsgierigheid te bedwingen. Gegoochel met koffers op een parkeerplaats, gezwaai met bankbiljetten of zakken wit poeder: ik ben er niet hoor, jongens. Ik zie niks, ik loop gewoon door – al bel ik een kilometer later wel 112, met mijn mobieltje. Maar goed, wie weet deed Wiegmink dit ook wel allemaal, en hielp het hem niets. En trouwens, als je om vier uur ‘s middags al tegen criminelen aan loopt, kan het altijd en overal gebeuren.

Maar dat mobieltje heb ik dus wel altijd bij me. In eerste plaats omdat ik naar huis wil kunnen bellen als er iets mis gaat. ‘Schat, ik heb een zweepslag in mijn kuit, dus ik moet tien kilometer terug hinkelen. Het wordt wat later’.

Maar stel dat ik tegen de vlakte ga en bewusteloos raak? Weet iemand dan wie ik ben, als ze me vinden? Mijn mobieltje zit op slot, dus zonder de pincode kom je er niet in. Daarom heb ik een tijdje geleden een id-tag aangeschaft: een QR-code op een plastic plaatje dat ik aan mijn schoen kan binden. Wie de code scant, ziet meteen mijn naam, noodtelefoonnummer en bijvoorbeeld of ik gereanimeerd wil worden (ja, graag).

Om de zaak compleet te maken installeer ik een app op mijn mobieltje die mijn positie doorgeeft aan de telefoon van mijn vrouw. Zo kan ze me overal volgen. Maar die app werkt dus ook als ik níet hardloop. Want als ik een week later mijn vrouw bel, vanuit de auto, kan ze meteen zien dat ik al een tijdje stil sta op een parkeerplaats langs de A27. Waarop ik uitleg dat ik even gestopt ben omdat ik achter het stuur in slaap dreigde te sukkelen: dat krijg je met die vermoeidheid en die lage hartslag van het hardlopen.

Nee, een dubbelleven zit er niet meer in.

De beste looptips en inspirerende artikelen elke vrijdag in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

Ha loper, graag even je aandacht. Op ProRun doen we dagelijks ons best om je te informeren, motiveren en inspireren. We bieden je handige tools, zoals de hardloopkalender, runlog en calculator.

Dit vraagt tijd en geld. Trakteer ons op een kop koffie en € 2,50. Iets meer mag natuurlijk ook.

Dan schrijven en bouwen (en lopen) wij verder.

Alvast bedankt!

Meer uit Columns & meer