Toen ik mijn man leerde kennen, zo’n 25 jaar geleden, was hij degene die met zijn vriendjes aan hardlopen deed. Ik vond dat maar een vermoeiende bezigheid. Mij niet gezien. Ach, ik ging wel eens naar de sportschool, fietste naar de kroeg en ging elk jaar een weekje skiën. Beweging genoeg!
Du solltest ein bisschen mehr trainieren
Over dat skiën gesproken: binnen een dag of twee had ik steevast vreselijke spierpijn in de kuiten. Mijn ski’s voelden aan als lood. Ik kon er geen bochtje meer mee draaien. Uiteraard lag het aan het materiaal. Vond ik. Dus toog ik terug naar de Skiverleih. Waarop de beste man mij fijntjes vertelde dat het materiaal prima in orde was en dat ik gewoon wat meer had moeten trainen. Blij werd ik niet van zijn opmerking, maar hij had een goed punt en ik droop af. Uiteraard nog steeds met dezelfde ski’s.
Zak uien
Het duurde nog even voordat ik het hardlooplicht zag. In de zomer na het skiavontuur liep ik met mijn, toen nog kleine, dochters op het strand. Wie het eerste bij de waterlijn was! Werd ik er toch uitgelopen door mijn jongste dochter! In mijn hoofd was ik nog steeds die 20-jarige sportster die op eerste divisie niveau volleybalde. In werkelijkheid had ik de conditie van een zak uien. Om te huilen dus.
Aan de wilgen
Een moeder op het schoolplein attendeerde mij op de CPC cursus bij de lokale atletiekvereniging. De City Pier City is waar ik woon het grootste hardloopevenement. Een hele ervaren en enthousiaste hardlooptrainer stond voor de groep. Met 3 maanden trainen was ik klaar voor mijn eerste 10 km. Tijdens één van de laatste trainingen liep ik een zweepslag op. Hinkelend liep ik die 10 km van de CPC. Niet leuk. Voor mij was dit hèt bewijs dat ik niet geschikt was voor hardlopen. Mijn hardloopschoenen hing ik aan de wilgen. Dat hardlopen was toch alleen maar een vermoeiende bezigheid. Vond ik.
Zonder kleerscheuren
Het liet me niet met rust. Ergens voelde het als falen. Iedereen loopt hard en het ziet er reuze-makkelijk uit. Waarom kan ik het dan niet? Met de wijsheid van nu weet ik inmiddels dat schijn bedriegt. Hardlopen is een lastige en blessuregevoelige sport. Een sport die je bovendien moet onderhouden wil je er een beetje plezier aan beleven. Anders wordt het maar een vermoeiende bezigheid. Een jaar later ging ik in de herkansing. Ik startte weer bij de CPC groep en liep 3 maanden later zonder kleerscheuren de halve marathon uit. Hé, ik kon het dus toch!
Bokaal bier
Na dit succes ben ik lid geworden van de atletiekvereniging. Samen lopen is toch veel gezelliger dan alleen. En bovendien motiveert het. Ik was zo enthousiast na die halve dat ik dacht: “marathon”. Bij de atletiekvereniging dachten ze dat ik gek geworden was. Na 2 jaar hardlopen al een marathon doen. Maar ik deed het! Aangemoedigd door man en dochters liep ik de marathon van Zeeuws Vlaanderen uit. De jongste (ja, die mij er op het strand uitliep) won in de kidsrun een prachtige beker voor haar 3e plaats. Ik hield het bij een bokaal met bier na afloop.
Hoofdschuddend
Op de kop af loop ik nu 10 jaar hard. In die tijd heb ik een hele transitie doorgemaakt van roadrunner naar ultra trailrunner. Een vermoeiende bezigheid? Zo noem ik het nu niet meer. Tegenwoordig zeg ik dat ik een ‘beetje’ heb afgezien. Mijn man loopt overigens nog steeds hard. In die 10 jaar heeft hij mijn hardloopavonturen hoofdschuddend aangezien. Dan vertrok ik weer in mijn eentje naar de Alpen om een stukje te rennen. Hij vond dat maar een vermoeiende bezigheid. Dat is de laatste jaren veranderd. Tegenwoordig gaan we samen. En onze dochters? Die zijn inmiddels volwassen en vinden wat hun ouders doen maar een ….. (vul zelf maar aan 😉).
Après ski
En hoe liep het af met de man van de Skiverleih? Die heeft mij in 10 jaar tijd zien veranderen in een vrolijke klant. Ik heb nooit meer geklaagd over het materiaal. Sterker nog: als iedereen vertrok naar de après ski, trok ik mijn trailrunschoenen aan om fijn een stukje te rennen door de sneeuw in de bergen. Energie genoeg! En manlief? Die hobbelde het laatste jaar gezellig mee!