Het zou onmogelijk zijn. Wie een mijl liep in minder dan vier minuten zou sterven, een mensenlichaam kon dat niet aan. Zeventig jaar geleden, op 6 mei 1954, werd Roger Bannister de eerste man die het deed. Op een atletiekbaantje in Oxford liep de geneeskundestudent 1609 meter in 3 minuten 59 seconden en 4 tienden. Dat was op zichzelf al een wonder, maar wat erna gebeurde was eigenlijk nog veel interessanter.
Four minute mile
Slechts 46 dagen na Bannisters prestatie liep de Australiër John Landy in de Finse stad Turku de mijl in 3:57.9. Nog geen twee maanden later stonden Landy en Bannister tegenover elkaar in een race die de geschiedenis is ingegaan als The Miracle Mile. Dit keer liepen beide mannen onder die tot voor kort onhaalbaar geachte vierminutengrens. Het jaar erop braken nog drie atleten de grens en binnen 2,5 jaar waren er tien hardlopers die het voor elkaar kregen.
Alsof Bannister een geheime code had gekraakt, die het mogelijk maakte dat atleten onder de vier minuten konden duiken. Dit wordt wel het Bannister-effect genoemd. Iemand slecht een magische grens, waardoor die grens zijn magie verliest en menselijk wordt, haalbaar. Landy was al een paar keer heel dicht bij de 4 minuten in de buurt geweest, maar pas nadat Bannister het deed, was de ban gebroken.
Grand Canyon
In 2011 liep de Amerikaan Dakota Jones een FKT (fastest known time) op de onder trailrunners befaamde double crossing van de Grand Canyon, ook wel ‘rim to rim to rim’ genoemd. Heen en weer door de Grand Canyon in Arizona. Ruim 68 kilometer lang met meer dan drie kilometer klimmen. Jones deed het in 6:53:58. Na zijn record voorspelde hij dat binnen vijf jaar iemand het in een tijd onder de zes uur zou doen. Dat was op dat moment nogal een gewaagde uitspraak, totdat Jim Walmsley op het trailtoneel verscheen. Walmsley heeft nu het record op 5:55 gezet en heeft daarmee zo’n beetje de regels herschreven van hoe je een route en een afstand als de Double Crossing aanpakt.
Het meest sprekende voorbeeld van het Bannister-effect zie je momenteel op de marathon. Okay, tot voor kort was er daar maar een iemand die alle anderen overheerste, maar die creëerde een Bannister-effect voor zichzelf. Eliud Kipchoge won alles wat er te winnen viel, maar liep tot september 2018 nog nooit een wereldrecord. Dat stond sinds 2014 op naam van zijn landgenoot Dennis Kimetto, die in Berlijn 2:02:57 liep. Een aantal lopers, onder wie Kipchoge, kwam heel dicht in de buurt van die tijd, maar allemaal bleven ze op een paar seconden steken.
Kipchoge
Nu heeft Kipchoge in 2017 de marathonafstand afgelegd in 2:00:25. Veel en veel sneller dan iemand tot een paar jaar geleden voor mogelijk had gehouden. Puntje: het was geen officieel wereldrecord, want Kipchoge kreeg hulp van steeds wisselende tempomakers en werd uit de wind gehouden door een groot scherm dat voor hem uit werd gereden, vastgemaakt op een auto die ook nog eens exact het recordtempo reed. Maar, de Keniaan had wel degelijk de 42,195 kilometer afgelegd in krap boven de twee uur. Ik twijfel er niet aan dat deze prestatie op Kipchoge het Bannister-effect had en hem in staat stelde om in september 2018 het wereldrecord van Kimetto te verbreken. Wat zeg ik, te verpulveren. Kipchoge liep 1 minuut 18 van het oude record af. Monsterlijk, maar voor hemzelf geen verrassing meer. En als je in 2 uur en 25 seconden een marathon kan lopen, dan moet het toch ook in minder dan 2 uur kunnen? Precies. In oktober 2019 was het zover.
Inmiddels heeft Kipchoge zelf dat wereldrecord van 2018 nog eens aangescherpt naar 2:01:09 in september 2022. Dit tijd is in oktober 2023 alweer uit de boeken gelopen door Kipchoges landgenoot Kelvin Kiptum die een tijd van 2:00:35 op de klok zette. Helaas kwam Kiptum begin dit jaar om het leven bij een auto-ongeluk en zullen we nooit weten waartoe hij nog meer in staat was en of hij de eerste had kunnen zijn die onder twee uur in een officiële marathon liep. Of hij de nieuwe Bannister van de marathon zou zijn geworden.
Je eigen Bannister-effect
Ook jij hebt waarschijnlijk het Bannister-effect wel meegemaakt in je hardlopen. Die ene race die zo ontzettend lekker gaat en waarin je een flinke hap van je persoonlijk record neemt. Die prestatie waardoor je ineens ziet dat je veel meer kunt dan je tot dan toe voor mogelijk hield. Het sein om nog eens extra aan te zetten en het onmogelijke mogelijk te maken.