Stryd meet nu ook de luchtweerstand

Voor het eerst kan een hardloopvermogensmeter real-time de luchtweerstand bepalen. Nu kun je nog beter rekening houden met de invloed van wind op je hardloopprestatie.

Bij wielrennen wordt het vermogen berekend uit de kracht die je op je pedalen zet. De invloed van de ondergrond – asfalt, kasseien of mul zand – en van de luchtweerstand – wind mee of tegen, wel of niet in een groepje of in de buik van het peloton – zie je daarom meteen terug in het wattage op je vermogensmeter. Als je minder hoeft te trappen of juist harder moet trappen om je tempo vast te houden vertaalt zich dat rechtstreeks in vermogen.
Hardloopvermogensmeters moeten het vermogen op een andere manier bepalen en waren nog niet zo compleet als bij wielrennen. Vanaf nu is dat anders. Eind juli 2019 gaat Stryd de eerste hardloopvermogensmeters uitleveren die ook de luchtweerstand meenemen in de berekening van het wattage dat je loopt. Dit is wat iedereen die bezig is met presteren in sport hoog op de verlanglijst heeft staan! De nieuwe Stryd is bovendien op tal van punten verbeterd.
 
 Ron draagt aan zijn rechterschoen zijn oude Stryd v2 en links de nieuwe Stryd mét luchtweerstandmeting. Het verschil oogt niet heel spectaculair, maar is het wel!
We geloofden er niets van
Begin april hadden we in de Starbucks bij het centraal station van Amersfoort een gesprek met Robijn Hage van Stryd. Hij vertelde ons voor het eerst over de nieuwe ontwikkeling waar Stryd mee bezig was. We waren sceptisch. Het is nu eenmaal niet eenvoudig om de luchtweerstand voldoende nauwkeurig te meten om zinvol real time mee te nemen in de berekening van het vermogen waar je mee hardloopt. Het maakt bovendien nogal verschil of je schuilt in een groepje en slim de luwte van bosjes langs het parcours opzoekt. En niets is veranderlijker dan de wind.
Kennelijk hadden we de mensen van Stryd aardig geprikkeld om ons te overtuigen. We kregen een geheimhoudingsovereenkomst voorgelegd en zaten begin mei in een videoconferentie met de mensen van Stryd in Boulder, Colorado, USA. Onze scepsis sloeg om in enthousiasme toe we begrepen dat Stryd gebruikt maakt van een meetprincipe dat vergelijkbaar is met de uit de stromingsleer bekende pitotbuis. Stryd noemt het een ‘wind port’. Hans en Ron kennen pitotbuizen vanuit hun waterachtergrond. In de vliegtuigindustrie is deze meetmethode gemeengoed voor het meten van vliegsnelheden.
Stryd liet ook de testresultaten zien. De theorie uit de stromingsleer bleken ze in de praktijk in windtunnels, op de baan en op de weg te hebben bevestigd. En nog belangrijker, de metingen zijn akelig precies. Ook bij heel kleine verschillen in loopwind.
 
In de windtunnel van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)
Het NLR exploiteert samen met het Duitse collega instituut in Marknesse een tweetal windtunnels. We vonden het heel bijzonder dat Stryd ook hier ging testen. We waren erbij. Ray Maker was er ook. Ray Maker is beter bekend onder de naam DCRainmaker met talloze blogs en YouTube video’s over zijn tests van allerlei technologische producten.
We mochten de nieuwe Stryd zelf ook testen in de windtunnel. Op een loopband. De band werd ingesteld op 10 km per uur. Het ging niet om de snelheid die we zouden lopen maar om de invloed van de luchtsnelheid in de tunnel. Het was een professionele loopband. Maar ook hier bleek weer eens temeer dat loopbanden zelden de snelheid lopen die je instelt op het instrumentenpaneel. Door de band op 10,7 km per uur te zetten, gaf de Stryd een tempo van 5:58/km aan. Ron heeft zijn Polar Vantage V mee laten lopen in de stand ‘Hardlopen op loopband’. Deze bleek zonder GPS bijzonder nauwkeurig. De Polar gaf gedurende de hele test binnen een bandbreedte van een seconde hetzelfde tempo weer.
De test begon zonder wind. Je hebt op de loopband dan niet de loopwind die je buiten per definitie wel hebt. Stapsgewijs werd de windsnelheid opgevoerd tot 15 meter per seconde (54 km per uur). Dit komt overeen met windkracht 7. Het was grappig te ervaren hoeveel moeite je meer moet doen om dan een snelheid van 10 km per uur vol te houden. Hierna werd de windsnelheid weer langzaam afgebouwd, zodat we bij elke windsnelheid twee metingen hebben.
In de grafiek zie je dat in het begin de wind weinig invloed had op de inspanning van Ron. De hartslag (HR) verandert niet veel. En de verticale oscillatie (VO) blijft netjes.
We weten dat de invloed van de wind kwadratisch toeneemt met de windsnelheid. En dat is te zien. De HR begint met de steeds verder toenemende windsnelheid op te lopen naar 140 en aan het dalen van de VO is te zien dat het steeds meer moeite kostte om het tempo vast te houden. Met het dalen van de windsnelheid gaan de HR en VO niet meteen mee.
We zagen ook dat de windsnelheid die de Stryd aangaf precies gelijk was aan wat door de geijkte pitotbuizen van de windtunnel werd gemeten. Dit is zeer overtuigend!
Als lezer wil je natuurlijk weten hoe het verloop van het vermogen is dat Ron op de loopband moest leveren. En of de theorie met de praktijk klopt. Daar komen we in het volgende artikel op ProRun op terug.
 
Wat heb je er aan in de praktijk?
In basis is het hetzelfde verhaal als lopen met een hardloopvermogensmeter op een heuvelachtig parcours. Voor de beste tijd moet je je hardloopvermogen constant houden. Tegen de wind in ga je wat langzamer – of zoek je de luwte van een groepje op – en met windje mee geef je gas. Steeds zodanig dat je wattage min of meer de waarde blijft aangeven die je voor die afstand op papier aan kunt. Hetzelfde geldt voor intervaltrainingen. Daarvoor was het wattage al superieur aan hartslag en tempo. Nu ook de wind wordt meegenomen, kunnen we nog nauwkeuriger de prestatie leveren die het trainingsschema vraagt.
Ervaren lopers hebben hier natuurlijk niet per se een hardloopvermogensmeter voor nodig. Ze kunnen er in de training wel mee uitproberen wat het maximale voordeel oplevert. Stryd meldde dat de nieuwe Stryd in dit soort situaties al bij 2 samen lopende hardlopers het verschil in luchtweerstand kan meten.
INEOS 1:59
Er schiet ons ook meteen een bijzondere toepassing te binnen. Op 12 oktober 2019 gaat Eliud Kipchoge in Wenen een nieuwe poging doen om de marathon binnen de 2 uur te lopen, de INEOS 1:59 Challenge . We weten van het Sub2hrs project in Monza (2017) dat het begeleidende team daarvoor alles wat te optimaliseren is aanpakt. Luchtweerstand is de belangrijkste factor. Bij wedstrijden zie je dan ook dat de organisatie een aantal hazen laat meelopen met de toppers. Ze zijn bedoeld als gangmaker – om te helpen het tempo vast te houden – en vooral om de toppers uit de wind te houden.
Bij de snelheid die Kipchoge een marathon loopt, heeft hij tenminste 7% van zijn vermogen nodig om de luchtweerstand te overwinnen. Bij de poging in Monza zagen we dat Kipchoge met 7 hazen liep die regelmatig afgelost werden. De hazen liepen in een formatie om Kipchoge maximaal uit de wind te houden, 6 voor hem en 1 in zijn rug. We berekenden dat Kipchoge bijna 40% (van de 7%) voordeel had van al deze hulp . Zijn tijd werd 2:00:25. Kipchoge kan hier zeker 26 seconden vanaf halen als de hazen nog beter in formatie lopen en daarbij nog beter inspelen op hoe de wind op het parcours staat. Wij denken dat de nieuwe Stryd hier een uitstekend hulpmiddel bij zou zijn.
Dit zijn pas eerste beschouwingen. We moeten nog alle testdata in de windtunnel ontvangen en uitwerken. En eind juli wordt de nieuwe Stryd die we zelf hebben besteld geleverd. We komen hier zeker nog op onze ervaringen terug!

De beste looptips en inspirerende artikelen elke vrijdag in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

ProRun Webshop

Stryd vermogensmeter Footpod: Bestel uit voorraad bij ProRun
Boek Hardlopen met Power!

Ha loper, graag even je aandacht. Op ProRun doen we dagelijks ons best om je te informeren, motiveren en inspireren. We bieden je handige tools, zoals de hardloopkalender, runlog en calculator.

Dit vraagt tijd en geld. Trakteer ons op een kop koffie en € 2,50. Iets meer mag natuurlijk ook.

Dan schrijven en bouwen (en lopen) wij verder.

Alvast bedankt!

Meer uit Gadgets & Gear