Gelden de wetten van hardlopen voor het schaatsen?

Gelden de wetten van hardlopen voor het schaatsen?

Nu het winter is kunnen we het schaatsen vergelijken met hardlopen. Zijn de wetten voor het hardlopen en schaatsen gelijk?

Het leuke van onze hardloopmodel waarmee we de invloeden van de omstandigheden op je hardloopprestaties kunnen berekenen, is dat hij geldig is voor vrijwel alle duursporten. Als je het vermogen van je menselijke motor eenmaal weet, kun je bij benadering berekenen welke prestaties je kunt leveren bij vele duursporten.
We hebben dat in onze artikelen op ProRun al eerder laten zien. Een kanttekening die we eerder ook al maakten is dat je natuurlijk wel vooraf specifiek voor een sport moet trainen. Het is niet zo dat je als hardloper zo maar even goed kunt schaatsen of fietsen. Maar het vermogen van je menselijke motor bepaalt wel waar je in principe toe in staat bent als je er voldoende voor getraind hebt.
Hoeveel sneller had Sven kunnen rijden bij lage luchtdruk?
Bij de NK afstanden een aantal jaar geleden, regeerde Sven in Thialf weer als vanouds met ijzeren vuist op de 5000 meter. Hij reed de concurrentie op grote afstand: zelfs Jorrit Bergsma moest ruim 4 seconden toegeven op de grootste schaatser aller tijden. Toch viel de tijd van Sven een beetje tegen: 6:14.17, dus bijna 5 seconden langzamer dan zijn eigen baanrecord van 6:09.65. Zowel Sven zelf als de commentatoren op TV weten de mindere tijd aan de hoge luchtdruk. Maar hoe zit dat eigenlijk precies: hoe groot is de invloed van de luchtdruk op de tijden bij het schaatsen?
De invloed van de luchtdruk
Bij het schaatsen is de luchtweerstand de belangrijkste factor die de prestatie bepaalt. Dit komt omdat de snelheden bij het schaatsen zo hoog zijn (tot 50 km/h). Het vermogen dat een schaatser moet ontwikkelen om de luchtweerstand te overwinnen neemt enorm toe met de snelheid (tot de 3e macht), conform de formule (www.hardlopenmetpower.nl).
P = 0,5*ρ*cdA*v3
Als voorbeeld nemen we een luchtdichtheid ρ van 1,293 kg/m3, een luchtweerstandsfactor cdA van 0,28 m2 en een snelheid van 50 km/h, dan is het benodigde vermogen P dus 0,5*1,293*0,28*(50/3,6)3 = 484 Watt! Dit is een zeer hoge waarde, zeker als we bedenken dat de schaatser ook nog een deel van zijn vermogen moet gebruiken om de glijweerstand met het ijs te overwinnen.
De invloed van de luchtdruk kunnen we berekenen als we bedenken dat een hogere luchtdruk leidt tot een hogere dichtheid van de lucht: ρ is dus recht evenredig met de luchtdruk. Dit betekent dus dat bij een lagere luchtdruk de dichtheid ρ evenredig lager is, zodat de schaatser bij hetzelfde vermogen een hogere snelheid kan bereiken.
Hoeveel sneller had Sven kunnen rijden op de 5000 meter?
Tijdens de 5000 meter was de luchtdruk bij Thialf extreem hoog, 1040 mbar. We hebben met de bovenstaande formule berekend hoeveel sneller Sven had kunnen rijden (met hetzelfde vermogen van zijn menselijke motor) bij een lagere luchtdruk, tot 960 mbar. Het resultaat staat in de onderstaande grafiek. De conclusie is dus dat Sven zijn eigen baanrecord van 6:09:65 had kunnen verbeteren als de luchtdruk lager was geweest dan 1000 mbar. Dit komt natuurlijk regelmatig voor in Nederland, dus dat baanrecord zal er ongetwijfeld nog wel eens aangaan, als Sven zo goed in vorm blijft.

De beste looptips en inspirerende artikelen elk weekend in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

Ha loper, graag even je aandacht. Op ProRun doen we dagelijks ons best om je te informeren, motiveren en inspireren. We bieden je handige tools, zoals de hardloopkalender, runlog en calculator.

Dit vraagt tijd en geld. Trakteer ons op een kop koffie en € 2,50. Iets meer mag natuurlijk ook.

Dan schrijven en bouwen (en lopen) wij verder.

Alvast bedankt!

Meer uit Training