103 kilometer.
Het staat er echt in Strava.
In de week van 22 t/m 28 februari heb ik 103 kilometer hard gelopen. Een primeur. Nooit eerder liep ik meer dan 100 kilometer in een week.
‘Waarom loop je zoveel, ben je van je geloof gevallen?’ vraagt T.
Ik pak de telefoon over in mijn andere hand en vraag: ‘Geloof?’
‘Ja, dat 14-kilometer-schema van je. Ik zie op Strava dat je constant meer dan 20 kilometer loopt. Soms zelfs twee dagen achter mekaar.’
‘Ik test een nieuw schema. Van Stryd. Op vermogen en met meer kilometers. 28 maart is de test, dan loop ik een marathon.’
‘Dan is het maar te hopen voor je dat je geen PR loopt.’
‘Hoezo, mijn verwachte tijd lijkt richting 2:54 te gaan. Toch weer vijf minuten sneller,’ antwoord ik.
‘Dat is ook geen goede reclame voor je schema. Ik zou me maar een beetje inhouden als ik jou was.’ T. lacht erbij en begint dan over het verkiezingsdebat.
28 maart loop ik een marathon met een nieuw schema. Geen schema van Stans, maar van Stryd. Als ik sneller ben met het schema van Stryd, is dat dan een diskwalificatie van het schema van Stans?
Daar zat ik nog even op te kauwen.
Het 14-kilometerschema van Stans van der Poel heb ik tussen 2014 en 2019 met veel plezier en uitvoerig getest. De conclusie was helder: dat schema werkt prima én het lukte om er een marathon onder de drie uur mee te lopen.
Maar dat het 14 kilometerschema goed werkt, is geen aanbeveling om 30 jaar met hetzelfde schema te lopen. Trainers raden zonder uitzondering aan om te variëren. Met tempo’s, met afstanden, met ondergrond, met sport en met voeding.
En nog iets: het leven verandert en dus veranderen je sportbehoeftes (of mogelijkheden) mee.
In het voorjaar van 2014 had ik een zoon van 6, nu een zoon van 13.
Dat maakt nogal verschil.
In het voorjaar van 2014 had ik een jaartje loopervaring (na 15 jaar wielrennen), nu heb ik 7 jaar loopervaring.
Dat scheelt nogal voor mijn spieren, pezen, banden, gewrichten en ligamenten.
Dus nu ik vermogensmeter Stryd aan het testen ben, heb ik ook de schema’s van Stryd erbij gepakt.
Soms vervloek ik het schema.
Als ik alweer een uur en twintig minuten Easy moet lopen. Vogels kijken vind ik leuk, maar om nu 6 uur per week naar ganzen te kijken, is me wel wat gortig.
Meestal nodigt het schema uit voor mooie rondjes met leuke lusjes. Vanuit mijn huis loop ik allemaal nieuwe routes omdat mijn trainingen 10 tot 15 kilometer langer zijn dan ik gewend ben.
In het Diemerbos kwam ik Simone tegen.
‘Ha Koen, hoe ga jij?’ vroeg ze eerst opgewekt, daarna een tikkie zorgelijk: ‘Ben je moe? Je ziet er moe uit.’
Voor ik iets kon zeggen, keek ze me nog eens aan: ‘Of ben je afgetraind?’
Simone is getrouwd met een Olympiër, dus die denkt zo. Iemand die er moe uitziet met een smal bekkie, kan ook in vorm zijn in plaats van ziek.
‘In vorm, zeg ik. 28 maart loop ik een marathon en ik train meer dan ooit. Je kan alvast een appeltaart bakken,’ bluf ik.
Simone heeft haar PR op de marathon staan op 2:59:57 en vorige keer beloofde ze appeltaart als ik sneller was.
Deze week loop ik weer meer dan 90 kilometer en vanaf volgende week wordt het wat rustiger.
Op 28 maart ben ik 42 jaar en 2 dagen en dan is de Bossche Marathon. Paul van der Wielen van Optie Samenleving organiseert een hele kleine, corona-bestendige marathon zonder drinkposten en op een rondje van 14 kilometer.
Doel: een dik PR.
Maar het is wel een geruststellende gedachte dat de uitkomst altijd positief is. Want een PR lopen is echt wel leuk, maar als ik geen PR loop is de boodschap: zie je wel, dat 14 kilometerschema werkt het best.
Wat er ook gebeurt: 29 maart volgt het verslag en een analyse.
Wordt vervolgd.
Nu moet ik trainen 😉
Noot van de redactie: dit artikel verscheen eerder op sportrusten.nl