Regulatie van bloedverdeling en de betekenis voor de energiehuishouding
Uit het vorige artikel hebben we kunnen lezen, dat lichamelijke inspanning de bloedverdeling sterk verandert. In feite is het verwonderlijk hoe goed ons lichaam dat regelt. Maar hoe doet het lichaam dat, wat is het regelmechanisme?
Nerveuze regulatie van de bloedverdeling
In eerdere artikelen hebben we al gesteld, dat tijdens inspanning het sympathische deel van het onwillekeurige zenuwstelsel wordt geactiveerd. Dit vernauwt de bloedvaten in het maag-darm gebied, waardoor de doorbloeding daar afneemt. Diezelfde sympathicus echter, zorgt er ook voor dat in de spieren en huid de doorbloeding juist sterk toeneemt. Bovendien zorgt het voor een toename van de bloeddruk, hartslag, contractiekracht, ademhaling en zweten.
Dus enerzijds zorgt dit zenuwstelsel ervoor, dat we kunnen sporten, of in noodsituaties kunnen vluchten (we noemen dat dan ook de vecht-vlucht reactie). Anderzijds zorgt het ervoor, dat die delen van het lichaam, die daaraan niet bijdragen op een laag pitje worden gezet.
Bij de vecht-vlucht reactie worden grote hoeveelheden zogenaamde catecholaminen of adrenerge hormonen beter bekend als adrenaline en noradrenaline, vrijgemaakt.
Hormonen die tegengesteld werken
Maar hoe komt het nu dat deze hormonen in verschillende delen van het lichaam tegengesteld werken? Dat komt omdat er verschillende ‘sensoren’ ofwel receptoren voor (nor)adrenaline zijn.
We hebben al eens eerder besproken, dat cellen heel specifiek op hormonen reageren. Ze moeten het juiste slot (receptor) hebben, waarop dat specifieke hormoon past, waarna de cel reageert.
Het blijkt, dat we grofweg een tweetal adrenerge (noradrenaline) receptoren hebben: De ene receptor reageert nadat adrenaline eraan gebonden wordt met vaatvernauwing, de andere met vaat verwijding. De eerste vinden we in de cellen van het maagdarmgebied, de andere in de gladde spieren van de bloedvaatjes die de doorbloeding van de haarvaatjes reguleren in de spier.
Lokale regulatie van de spierdoorbloeding
De nerveuze regulatie van de doorbloeding van de spier en de bloedverdeling gebeurt snel, binnen een paar seconden tot enige minuten. Maar elke loper weet, dat je langer moet inlopen om snel te kunnen starten.
Om maximale vaatverwijding in de spieren te krijgen hebben we de hulp van een aantal factoren nodig, die plaatselijk in de spier (en de huid) worden geproduceerd. De eerste is warmte. Bij een spiertemperatuur van rond de 38,5 graden Celsius werken de spierenzymen optimaal. De tweede wordt gevormd door een groep van chemische producten die de spier en de wand van haar bloedvaatjes maakt en die in het bloed komen. Die bloedvatwand vormt wel een heel belangrijk stofje, het stikstofoxide (NO), dat het meest bijdraagt aan lokale vaatverwijding.
Energievoorziening is sterk afhankelijk van (nor)adrenaline
Adrenaline is niet alleen van belang voor het hart en de longventilatie, maar ook voor de energiehuishouding van de spier. Zonder adrenaline is zowel de glucose- als de vetverbranding sterk verminderd. Dat is begrijpelijk, als je bedenkt dat voor de splitsing van spierglycogeen in glucose moleculen, adrenaline nodig is.
Als hoge bloeddruk of andere ziekten met medicijnen bestreden worden met zogenaamde beta-blokkers, dan kan de spierdoorbloeding niet voldoende stijgen, maar ook wordt er onvoldoende glycogeen afgebroken. Als gevolg daarvan, verloopt de vetoxidatie ook op een heel laag pitje, want zij is afhankelijk van de afbraak van glucose. Hieruit volgt eens te meer, dat de vetverbranding het beste getraind wordt door de intensiteit niet te laag te nemen. Je moet koolhydraten (spierglycogeen) afbreken opdat de vetoxidatie geoptimaliseerd wordt.