De hardloper komt tijdens het lopen obstakels of omstandigheden tegen waar niet van te winnen valt. Bergen, hitte, een ijzige ondergrond en natuurlijk wind. Wind, wind, wind. Misschien wel de meest frustrerende van alle hardloopobstakels en in deze periode van het jaar in de Lage Landen volop aanwezig. Hoe ga je in je trainingen met wind om en hoe gebruik je de wind in je voordeel? Ofwel: hoe is de wind een vrind?
Van de wind win je niet. Je kunt ertegenin beuken zoveel je wilt, maar die wind houdt het langer vol dan jij en het kost jou hoe dan ook een bak energie meer om een bepaald tempo te lopen dan tijdens windstilte. Dan maar niet lopen als het flink waait? Natuurlijk niet! Gebruik de wind voor je training: gratis krachttraining voor een doelgroep die over het algemeen met geen stok het krachthonk in is te krijgen. Voor ieder loopje is een antwoord op harde wind te bedenken. Laten we eens nader bekijken hoe je nu precies met de wind omgaat tijdens verschillende soorten trainingen.
Rustige duurloop
Wat ik zelf eerst doe als ik een rustige duurloop op de planning heb staan en het waait keihard, is de windrichting checken. Die bepaalt vervolgens de richting van het rondje. Eerst zoveel mogelijk tegen de wind in en dan het tweede deel met windvoordeel. Dat eerste deel waarin ik tegen de wind werk, probeer ik helemaal niet op mijn horloge te kijken. Gewoon op gevoel rustig en met kleine pasjes lopen. Niet proberen tegen de wind in een bepaald tempo vast te houden, maar met die kleine pasjes ontspannen voorwaarts. Recht zo die gaat! Het moet een rustige duurloop blijven, dus hou die ontspanning er ook in als die windkracht 5 in je rug duwt. Mooi rechtop blijven lopen, ontspannen handen, ontspannen schouders, lengte in je lichaam.
Tempo run
Maar hoe pak je het aan als je schema je vertelt dat je blokken op wedstrijdtempo moet lopen of misschien zelfs een half uur of drie kwartier op marathontempo? Dan is het handig als je hulpmiddelen als een hartslag- of een vermogensmeter kunt inzetten. Dan heb je een mooi plafond wat betreft de te leveren inspanning. Als je gewend bent op hartslag of op vermogen te trainen, weet je als het goed is welke waarde bij deze training hoort en die is dan leidend. Dus niet je beoogd wedstrijdtempo, want je zou boven de gewenste inspanningszone trainen als je daar tegen de wind in aan vasthoudt.
Intervaltraining
Tijdens je intervals wil je dat je benen op hoog tempo ronddraaien. Dat kan hartstikke mooi als de wind in je rug blaast. Heb je dus te maken met stevige wind, kies dan voor je intervaltraining een stuk weg of pad uit waar je de snelle stukken met de wind in de rug kunt lopen en je je herstel pakt tegen de wind in. Bijvoorbeeld 400 meter volle bak en keihard met de wind mee en als herstel de helft van die afstand terugdribbelen of wandelen. Na een serie van 4 x 400 neem je een langere herstelpauze om weer helemaal terug te keren naar het beginpunt. Dit vraagt om een beetje passen en meten, maar hogere wiskunde is het ook weer niet.
Bedenk tenslotte dat al die wind, hoe vervelend die soms ook kan zijn, je ook helpt om een betere en sterke loper te worden. Bovendien een loper die op allerlei weersomstandigheden is voorbereid!