Maanden heb je getraind voor die bekende grote wedstrijd. Lekker buiten gelopen met veel ruimte om je heen. De trainingen gingen goed maar nu sta je hier. Als haringen in een ton. Geen ruimte. Je kunt nog net wat dribbelen. Je wordt helemaal gestoord van al die mensen.
Als dat de manier is waarop je start dan wordt het daarna nog erger. Bij grote wedstrijden is het altijd vol in de eerste kilometers. Je moet oppassen dat je niet tegen anderen aanloopt. Als dat erger wordt dan een irritatie kan deze ervaring je afhouden van wat je wil: lekker lopen en een snelle tijd.
1 Accepteren
“En je bent zen,” het wordt lacherig gezegd als je begint bij andere hardlopers over dat rottige gevoel. Ze hebben helaas wel gelijk. Je moet accepteren dat er veel herrie om je heen is. Dat mensen staan te dringen. Gelukkig zijn hardlopers naar elkaar bijna altijd aardig. Iedereen is er voor een mooie wedstrijd. Als je accepteert dat het druk zal zijn en de anderen ook een mooie wedstrijd willen ervaren ben je al veel van je irritaties kwijt.
2 Visualiseren
Het helpt om het parcours te visualiseren. Dan weet je voor jezelf hoe de wedstrijd eruit ziet. Het heeft niet zoveel zin om een leeg parcours te visualiseren. Dat staat te ver af van de werkelijkheid en dan valt je mooie beeld meteen in duizend stukjes. Visualiseer wel dat je makkelijk tussen die mensen loopt. Dat je met gemak de gaatjes ziet om anderen in te halen. Dat je meegeeft om lopers die sneller zijn ruimte te geven. Met deze manier laat je je irritatie langs de kant achter en richt je je op vooruit gaan. Dat is toch kenmerkend voor de hardloper met een ambitie.
3 De drukte in
Waarschijnlijk zoek je voor je trainingen rustige gebieden op. Lekker kilometers maken zonder autoverkeer, veel fietsers of wie dan ook. Dan is de tegenstelling met een vol wedstrijdparcours heel groot. Je kunt trainen om drukte te ervaren. Loop vanuit die rustige kilometers een stad in. Doorkruis het centrum. Je wordt gedwongen te kijken. Dan moet je ook actief op zoek naar de gaten in het verkeer om veilig over te steken. Wandelaars omzeilen en even aanzetten om op tijd dat stoplicht te halen.
4 De ideale start
Je moet je ook goed thuis voelen bij een start. Een verkeerde start krijg je altijd op je bord later in de wedstrijd. De mensen, de muziek, de spanning van de wedstrijd. Het maakt bijna automatisch dat je sneller start dan je gewend bent. Daarom: accepteer en visualiseer en blijf dicht bij je eigen snelheid.
Test in je trainingen welke startsnelheden goed bij je passen. Wat is té snel en wat is té langzaam. Na een paar tests in de trainingen weet je hoe dit zit. Gebruik die kennis in de wedstrijd. Richt je op je ritme en snelheid die optimaal voor je zijn. Doordat je daar mee bezig bent heb je ook minder last van al die anderen. En vergeet niet, door een beetje extra spanning komen de meeste hardlopers tot betere prestaties.
