Ontdek al lopend de lente!
De lente is in aantocht! Schoenen aan en ontdek wat de natuur je allemaal onderweg te bieden heeft!
Langzaam aan kruipt de temperatuur omhoog en de voorjaarsbloemen bloeien al vrolijk. De lente is in aantocht! Ik krijg dan alleen maar meer zin om de schoenen onder te binden, de bossen en velden in te duiken en heerlijk rond te zwerven op slingerende single tracks en mooie paden. De groene knopjes aan de bomen en struiken, bloemen die overal hun kopjes laten zien. De lente is mijn favoriete seizoen met alles wat groeit en bloeit. Een seizoen waarin ook heel veel te ontdekken valt. Zeker als je je ogen op houdt. Het is so wie so noodzakelijk om in de lente de ogen open te houden. En dat heeft vooral betrekking op de fauna.
1. Broedperiode
Ik woon in een landelijk gebied en vlakbij de bossen. Via allerlei leuke trails, klompenpaden, wandelpaden, etc. kan ik dwars door de weilanden of natuurgebieden trailen. Maar in het broedseizoen zijn veel van deze paden niet toegankelijk voor mensen. Dus ook niet voor trailrunners! Het broedseizoen loopt in de meeste gebieden van 15 maart tot 15 juni. Bepaalde delen van een natuurgebied of paden worden dan afgesloten door bijvoorbeeld particuliere landeigenaren of een natuurstichting. Dat kan een fysieke afsluiting zijn door bijvoorbeeld een hek, maar vaak is het een niet opvallend bordje met daarop een verbod om het pad of gebied te betreden. Tegen de boswachter zeggen dat je het bordje niet gezien hebt, omdat je er in volle vaart langs heen bent gerend? Daar trappen ze niet in. Let dus even op als je een mooie route gaat lopen en informeer je vooraf, zodat je niet voor een kilometerslange omleiding komt te staan of met een boete op zak rechtsomkeert kan maken.
De reden van de afsluiting van deze gebieden is dat (weide)vogels in alle rust kunnen broeden. Veel vogelsoorten komen naar Nederland in het broedseizoen en daar zijn veel beschermde vogelsoorten bij. Om de overlevingskansen voor deze vogels zo groot mogelijk te houden, zodat de populatie in stand blijft, krijgen ze extra bescherming. Respecteer alsjeblieft deze regels, zodat we allemaal van het vrolijke gekwetter kunnen blijven genieten.
2. Jonge reetjes
In mei/juni worden de reekalfjes geboren. Van die schattige op Bambi look-a-likes met van die grote ogen, super schattig! Vaak liggen ze alleen in het hoge gras. Ik schrok een keer van een reekalfje dat echt vlak langs het pad in het gras lag! Nu niet denken dat dit diertje ziels alleen is en hartstikke zielig. Moeders is altijd dicht in de buurt en op zoek naar voedsel. Laat dit reekalfje dus vooral met rust, blijf op afstand en raak het vooral niet aan. Een jong dat naar mensen ruikt wordt door de moeder verstoten. Dát is pas zielig.
3. Eek een snake!
Ja, zelfs in Nederland kun je slangen tegen komen. We kennen er hier in Nederland drie: de gladde slang, de ringslang en de adder. Alleen de laatste is giftig, maar niet agressief en komt voor in Drenthe, Friesland, Gelderland en Limburg.
De ringslang is de enige slang die eieren legt en doet dat in broeihopen: stapels takken en bladeren die zorgen voor een warm nestje voor de eieren. Vanaf maart gaan de ringslangen op zoek naar een nest om eieren te leggen. Natuurbeheerders leggen vaak broeihopen aan. Vaak niet ver bij het water vandaan. Zo’n hoop kan 2-3 meter doorsnee hebben en zo’n 70 centimeter hoog zijn. Dus niet tegen een berg dooie takken aan gaan schoppen, omdat je denkt dat het in de weg ligt! Dat zou zo maar eens een broeihoop kunnen zijn en een toekomstig kraambed. In de zomer komen de eieren uit.
Alle reptielen die in Nederland leven, dus ook deze slangen, zijn beschermde diersoorten. Ze zijn opgenomen in de Flora- en Faunawet en mogen dus niet verstoord, gevangen of meegenomen worden. Afblijven dus.
Vaak wordt de hazelworm ook voor een slang aan gezien, maar dit is eigenlijk een pootloze hagedis en dus geen slang.
4. Paddentrek
Ik heb ze nog niet gezien, maar als het goed is is de paddentrek nu net gestart. Als de temperatuur hoog genoeg is (meestal eind februari, begin maart) worden de padden wakker uit hun winterslaap. Dat geldt ook voor andere amfibieën die een winterslaap hebben gehad. Tijdens de trek trekken de dieren van de plek van hun winterslaap naar hun geboortegrond om daar te paren. Dit trek duurt ongeveer 6 weken. In die periode kun je dus maar beter goed opletten waar je je voeten zet, want voor je het weet sta je op een padje. De padden gaan vooral in de schemer en nacht op pad en nemen de kortste weg van A naar B. Dat ze daarbij wegen of paden over moeten steken interesseert ze weinig, maar de kans dat ze het niet overleven is groot. Als je de komende weken in de avonduren gaat lopen, houd de blik dan graag even op de grond gericht. Overigens zijn overal in Nederland organisaties druk met het helpen van de padden bij de trek. En zij kunnen hier wel een handje extra bij gebruiken. De organisaties Dierenbescherming en Padden.nu kunnen altijd vrijwilligers gebruiken.
5. Teken
Bah, teken. Het minst leuke diertje die een trailrunner tegen kan komen! Een beet van een teek kan, als die niet tijdig wordt ontdekt, leiden tot de ziekte van Lyme. Dit kreng komt voor in alle gebieden waar wij trailrunners ons thuis voelen. Dus na het lopen even goed checken of je niet iets rond ziet wandelen en schud je kleding goed uit. Meer tips en tricks kun je hier vinden.