Lachende gezichten en bezwete koppen na de de training deze week. We trainden weer met een flinke groep in het Amsterdamse Vondelpark en dat voelde een klein beetje als de eerste schooldag na de zomervakantie. Bekende gezichten, waarvan je er een aantal een tijd niet hebt gezien en ook een paar nieuwe ‘klasgenoten’. Nadat we er een slordige 10 kilometer aan training op hadden zitten, met daarin 4 of 5 keer 1000 meter op 5- en 10-kilometertempo, spatte de energie van de groep af. Opluchting, euforie, voldoening en hier en daar zelfs een vleugje verbazing; ‘Zo hard heb ik nog nooit gelopen!’
Trainen met een doel
In die trainingsgroep is iedereen aan het trainen voor een doel. Een marathon, een halve marathon of een triatlon. Doelen die een paar maanden verderop liggen. Doelen waar we waarde aan hechten, die we belangrijk hebben gemaakt. Soms iets te belangrijk, waardoor het risico bestaat dat iedere duurloop en elke intervaltraining in het teken staat van dat doel daar verderop aan de horizon. En dat is zonde, want plezier beleef je hier en nu.
Hoe leuk is het?
‘Ja, dit is het’, dacht ik na die training. Dit zijn de momenten die het leuk maken om jezelf even door de wringer te halen tijdens een intervaltraining. Het met z’n allen doen of het gevoel van voldoening als je even buiten je comfort zone bent getreden. Die momenten zijn er immers veel vaker dan de voldoening van de finish op die ene dag. Of denk aan al die duurlopen, de vele uren die je hardlopend doorbrengt. Het zou toch zonde zijn als je die loopjes gewoon maar afvinkt als de bouwstenen van je training voor het grote doel? ‘Wake up and smell the roses’, zeggen ze in het Engels. Met andere woorden, kijk regelmatig om je heen en besef hoe leuk het is wat je aan het doen bent. Stel dat je zestien weken lang gemiddeld 5 uur per week traint voor een marathon, dan ben je 80 uur aan het trainen voor een wedstrijd van 3,4 of 5 uur, dan zou het toch zonde zijn als je tijdens dat veel grotere aantal uren alleen maar dat doel voor ogen hebt?
Trainen als doel
Hoe langer ik loop, hoe meer het trainen zelf het doel voor me is. Ik weet hoe ik kan genieten van een duurloop van een uurtje op de vroege, vroege morgen, een lekker lange duurloop of – vooral achteraf – van een intervaltraining. De planning van die trainingen (hoe lang, hoe hard) hangt af van waar ik voor train. Daar komt dat doel om de hoek kijken. Dat doel is dus enigszins leidend voor, maar niet belangrijker dan de training. Hoe dan ook is het doel – in ieder geval voor mij – nooit belangrijker dan de route ernaar toe, nooit belangrijker dan het lopen zelf.
Het grootste succes dat je kunt hebben, is dat je meer uit het hardlopen haalt dan snelle tijden of een nog langere afstand. De hoofdprijs is de looplol. Als je die prijs wint, krijg je als bonus een grotere kans op succes tijdens die wedstrijd aan het eind van je trainingstraject.
Koen de Jong
Jihaaaaa
Kees Al
mooi stukje Klaas. wij trainen met een aantal mannen boven de 70 en dan wordt “Trainen als doel” steeds belangrijker.