Basis principes looptraining #1

Korte serie over de basis principes van training. Hierdoor krijg je meer inzicht in de beoogde effecten van je loopschema

Trainen, ja dat moet als je het lopen langer wilt volhouden en liefst ook sneller gaat lopen. Wat gebeurt er eigenlijk met je lichaam als je gaat trainen. Wat is effect van bijvoorbeeld een duurloop of een interval training. Hoe bouw je een training zodanig op dat je echt vooruitgang behaald. We gaan je het de komende weken uitleggen.

1. Supercompensatie

In principe is trainen gebaseerd op het verstoren van het fysiologisch evenwicht. Ook wel homeostase genoemd. Op het moment dat we het lichaam op een juiste manier belasten (trainen), worden de energievoorraden aangesproken en wordt hierdoor het fysiologisch evenwicht verstoord. Tijdens het herstel zal het lichaam de voorraden weer aanvullen en met name de glycogeenvoorraden in de spieren en de lever zullen extra aangevuld worden om beter bestand te zijn tegen een volgende belasting. Men noemt dit verschijnsel ook wel supercompensatie of overcompensatie.

Theoretisch gezien moet de eerst volgende trainingsbelasting ( prikkel) plaatsvinden tijdens de periode van super(over) compensatie. Een trainer staat dus voor de taak om precies te bepalen wanneer de supercompensatie plaatsvindt en zal op dat moment de volgende belasting plannen. Indien men dit niet of te laat doet, verdwijnt het supercompensatie effect en komt het lichaam weer terug in zijn oorspronkelijke evenwicht toestand. Bij een juiste toepassing van dit principe zal er een stijgende lijn in de ontwikkeling te merken zijn.

Hiermee begrijp je ook meteen dat je uiteindelijk met één keer per week trainen geen enkel trainingseffecten kunt behalen. Je moet dus minimaal twee tot drie keer per week trainen. Naarmate men meerdere jaren traint zullen de trainingsbelastingen zwaarder en frequenter moeten zijn als je nog een aanpassing (adaptie) wilt bereiken. We noemen dit trainen volgens het overload principe 

2 Overload principe

Door (veel en regelmatig) te trainen ontstaat er in je lichaam een bepaald niveau. 
Als je net met hardlopen begint ga je met sprongen vooruit. Je beginniveau verbetert snel omdat je nog relatief ongetraind bent, en snel reageert op de trainingsprikkels die je toegediend krijgt. 
Na verloop van tijd zal dit steeds moeilijker gaan omdat je trainingsniveau verbetert en je lichaam past zich op een bepaald moment aan aan de  trainingsprikkels. Het gevolg is dat de trainingsprikkel van vandaag geen trainingsprikkel meer is voor de training van morgen 
Om toch vooruitgang te boeken zul je steeds zwaardere of meer gevarieerde prikkels moeten toedienen. We noemen dit overload.

Door veel trainers wordt hier te weinig rekening mee gehouden. Over een lange reeks van jaren zie je dan vaak dat er met eenzelfde intensiteit en met dezelfde trainingsmiddelen wordt getraind.Van verstoring van het functionele evenwicht is dan uiteindelijk geen sprake meer en de atleet boekt dan geen progressie meer.

De beste looptips en inspirerende artikelen elke vrijdag in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

Meer uit Training