Mocht je eens een half uurtje over hebben, ga dan eens op een terras aan een lopersroute zitten. Drink een kop koffie en bekijk eens op je gemak hoe alle hardlopers voorbij draven. Wat valt je op aan hun houding? Zetten ze hun knieën in? Zijn hun schouders ontspannen of opgetrokken? Hoe bewegen ze hun armen?
Elke loper heeft zijn eigen unieke manier van lopen, die je als het goed is uit duizenden herkent. Dus ook die van jezelf. Maar dat betekent niet dat je je loophouding nooit meer aan kunt passen. Want de conclusie na een half uur op het terras zal namelijk zijn, dat mensen verbazingwekkend inefficient rennen. Ledematen zwiepen, passen zijn te kort of lang en die arminzet werkt vaak alleen maar tegen.
Als al die andere lopers een beetje vreemd rennen, dan is de kans helaas groot dat jij het zelf ook doet. Gelukkig kun je hier iets aan doen, door specifiek op je lopershouding te trainen. Allereerst is daar natuurlijk de loopscholing. Dat je groepjes hardlopen zo fanatiek rare oefeningen als knieheffen en hakken-billen ziet doen is niet voor niets. Deze loopscholing zorgt er echt voor dat je soepeler gaat rennen.
Heb je daar geen zin in (of schaam je je ervoor om al ‘paardesprongend’ door het bos te gaan)? Dan kun je dit ook toepassen tijdens je normale rondje rennen. En daarvoor is een foefje. Een heel simpel trucje, waar je een stuk mooier van gaat rennen. Ben je er klaar voor? Daar komt ie:
Doe net alsof er aan je borst een ballon aan een touwtje zit. En die ballon tilt jouw en je shirt heel lichtjes op. En geloof me, als je achter die ballon aanrent zal je loophouding met sprongen vooruit gaan.
Want doordat je licht omhoog wordt getrokken, word je pas een stuk lichter. Je gaat meer op je voorvoeten landen. Je probeert niet langer de gaten in het asfalt te stampen, maar je rent geruisloos door het landschap. Bovendien zorgt dit touwtje er ook nog eens voor dat heel je lijf omhoog gaat wijzen.
Dat is weer met name goed voor je heupen en je rug. Een goede loper heeft namelijk zijn heupen hoog zitten, alsof hij zijn buik naar voren duwt. Helaas zie je in de praktijk juist heel veel hardlopers die voortdurend door hun toch al laaghangende heupen heenknikken. En je ruggegraat is niet langer de kantoorstoel variant (namelijk ingezakt). Nee, je houdt je rug recht en duwt de rest van je lichaam ermee naar voren.
En dan die schouders. Die kun je dankzij dat ballontje lekker losjes laten hangen. Eindelijk schieten ze uit die verkrampte modus, die je zo vaak ziet bij lopers. Dat scheelt een boel verspilde energie en stijve schouders. Tot slot je hoofd. Het ballontje zorgt ervoor dat je kin fier in de lucht gaat, waardoor je hoofd mooi recht op je romp staat en je als een koning door de velden draaft.
Dus lieve lopers. Als een ballon, een ballon, een ballonnetje. Een ballonnetje dat draaft in de wind.
