Traditiegetrouw worden de meeste marathons in het voor- en najaar gelopen, maar ook de komende maanden zullen lopers zich wagen aan de ruim 42 kilometer. Hieronder een aantal lopers, allemaal met meerdere marathons achter hun naam, die hun belangrijkste lessen graag met je delen.
Tim Markis (39 jaar, 3 marathons, beste tijd: 3.13.19)
“Het klinkt misschien als een cliché, maar het is van cruciaal belang dat je niet te hard van start gaat. Dat was mijn grootste fout tijdens mijn eerste marathon. Ik hoorde de verhalen over dat de marathon pas rond de dertig kilometer zou beginnen, maar ik dacht toen nog dat het wel zou meevallen. Tijdens trainingen liep ik tenslotte moeiteloos dat soort afstanden. De eerste twintig kilometer van de marathon gingen prima en liep ik ruim onder mijn schema. Geen vermoeidheid, geen twijfels. Maar toen begon ik mijn bovenbenen ineens te voelen. En de tank was rond de 32 kilometer helemaal leeg. In de slotfase verloor ik meer dan een minuut per kilometer. Al mijn gewonnen tijd verdween als sneeuw voor de zon.”
Bernadette Zwanser (43 jaar, 6 marathons, beste tijd: 3.41.54)
“Probeer de marathon op te delen in blokken van bijvoorbeeld vijf kilometer. Als je de hele tijd tegen jezelf zegt dat je nog 35, 30 of 25 kilometer te gaan hebt, kan dat mentaal erg zwaar worden. En dat werkt al snel, in ieder geval voor mij, demotiverend.”
Marc Jongersma (33 jaar, 4 marathons, beste tijd: 2.57.53)
“Probeer je tijdens de marathon niet te irriteren. Er zijn hartstikke veel dingen waar je je aan zou kunnen storen namelijk. Van lopers die net te zacht lopen maar toch niet aan de kant gaan, tot geduwd worden of een bekertje water dat verkeerd wordt aangegeven en daardoor valt. Het hoort er allemaal bij. Focus je op je eigen wedstrijd en calculeer tegenslagen in.”
Evert Vierlager (57 jaar, 8 marathons, beste tijd: 3.03.51)
“Het belangrijkste is, denk ik, om vooral van de marathon te genieten. En dan met name van de finish. Zelf heb ik dat helaas soms te weinig gedaan. Op de prachtigste plekken heb ik gelopen, van New York tot Rotterdam en van Boston tot Berlijn, maar ik heb niet heel veel van die plekken meegekregen. Dan was ik echt teveel bezig met mijn tijd. Dat laat ik tegenwoordig veel meer los. En zeker bij de finish probeer ik nu alles in me op te nemen en vol overgave te genieten.”
Maaike Oudshoorn (28 jaar, 2 marathons, beste tijd: 3.58.01)
“Eten, drinken, eten, drinken. Wat moet ik daar nog meer over zeggen? Zorg dat je je voorraden constant blijft aanvullen en je niet zonder energie komt te zitten. Probeer tijdens trainingen alvast te experimenteren met verschillende dranken en gelletjes om te kijken wat voor jou het beste werkt.”




