Wat kun je het beste doen om zo snel mogelijk te lopen?
20 tips: van inkoppertjes tot verrassingen
1 – Een inkoppertje: denk aan je houding. Zorg dat je bovenlichaam ontspannen is, je armen naar voren en naar achteren bewegen in plaats van opzij én je keurig landt op je middenvoet.
2 – Het kan helpen om je voetstappen te tellen. De snelste en meest efficiënte lopers hebben een cadans van 180 stappen per minuut en houden hun voeten laag bij de grond. Tot hoeveel stappen kom jij?
3 – Trek gedurende je training (bijvoorbeeld tijdens een duurloop) korte maar comfortabele sprintjes. Je versnelt 8 tot 12 keer over een afstand van 50 tot 200 meter en verbetert daarmee snelheid en techniek.
4 – Weinig tijd? Plan een interval training met hoge intensiteit. Hiermee bouw je snelheid op en verbrand je veel calorieën.
5 – Rek en strek. Door je spieren dagelijks te prikkelen, word je flexibeler en sneller.
6 – Combineer je snellere trainingen regelmatig met een duurloop. Goed voor het herstel.
7 – Gebruik de loopband. Het is niet alleen makkelijker om je snelheid te verhogen, maar ook om dat vol te houden (al is het alleen maar omdat je niet anders kunt).
8 – Voor échte snelheid is het handig om lichtgewicht hardloopschoenen te dragen. Daardoor houd je op den duur meer energie over.
9 – Touwtje springen helpt je niet alleen bij een goede coördinatie, maar zorgt er ook voor dat je je voeten sneller kunt bewegen. En dus harder kunt lopen!
10 – Werk aan je buikspieren. Die extra spierkracht kun je uitstekend omzetten in snelheid op de weg. 15 minuten per dag, enkele dagen per week is al genoeg!
11 – Let op je ademhaling. Tijdens een snellere training ga je ook sneller ademhalen.
Gebruik dus je neus én mond tijdens het in- en uitademen, om zoveel mogelijk zuurstof naar je spieren te brengen (of juist niet: lees meer).
12 – Eet veel verse groenten, gezonde vetten en onbewerkt voedsel in plaats van fastfood.
13 – Wanneer je lichter bent, zal je zien dat je tijden sneller worden. Per verloren kilo ga je er zo’n twee seconden per kilometer op vooruit.
14 – Probeer iedere week een heuveltraining in te plannen. Bij gebrek aan bergen/heuvels kan dit uitstekend op een brug. Hiermee verhoog je je snelheid, worden je spieren sterker en word je zelfverzekerder.
15 – Heb je het even gehad met hardlopen? Ga spinnen! De pittige cadans (en heupbeweging) is te vergelijken met die van hardlopen.
16 – Je kunt ook voor yoga kiezen. De extra flexibiliteit die je hiermee creëert zorgt voor een snelheidsboost en helpt bij een beter herstel.
17 – Kijk tijdens het hardlopen vooruit en verlies geen onnodige tijd door achterom te kijken.
18 – Vergeet je slaap niet. Hoe fitter je bent, hoe sneller je loopt.
19 – Loop zo constant mogelijk. Probeer tijdens je trainingen een tempo te pakken dat oncomfortabel aanvoelt, maar wel twintig minuten is vol te houden. Verhoog de volgende training het tempo of breid het aantal minuten uit.
20 – Let tijdens de wedstrijddag op de kleinste details. Geen onnodige ballast mee en zo weinig mogelijk kleding aan, bijvoorbeeld