Eigenlijk heb ik nu vier weken netto nog voor de marathon van Berlijn. Sinds april kamp ik met een achillespeesblessure, nadat ik na de marathon van Rotterdam iets te snel en iets te fanatiek weer met de training was begonnen. Hongerig als ik was om een aanval op de sub-3 te doen in Berlijn. Stryd vindt nu, vier weken voor de start, dat ik Berlijn zeker in 3:58 moet kunnen lopen. Dat is even flink slikken. Rotterdam sloot ik af met een keurige 3:28. Berlijn zou de eerste poging moeten zijn op de sub-3. Natuurlijk snap ik dat een blessure roet in het eten gooit, maar zoveel? Of gaat het toch nog goed komen?
Berlijn per trein
Jessica, mijn vrouw, zegt onderweg naar het station “ik las dat de reis naar de marathon mooier is dan de marathon zelf”. “Dat is ook zo”, zeg ik. Al is die reis in de afgelopen maanden wel flink pittig geweest. Door de blessure was de hoop om überhaupt te kunnen starten soms wel tot een absoluut nulpunt gedaald. De gesprekken die ik met Klaas Boomsma kon voeren, zorgden ervoor dat de moed me in ieder geval niet in de schoenen zonk. Klaas weet als geen ander waar hij het over heeft als het gaat om deze blessure. Veel van onze appjes bevatten de zin “moedig voorwaarts”, tevens het credo van ons kluppie KBoom.
Focus op duur
Vier weken. Wát kan je dan nog doen om fit aan de start te staan? Fit inderdaad. Zowel Klaas als Maarten, de fysio en zelf succesvol marathonloper, hebben het over ‘fit’. In de afgelopen weken heb ik me alles behalve fit gevoeld. In eerste instantie hebben we de maand juni overgeslagen, zodat er gestart kon worden in juli. Nog 12 weken om te trainen. Ondertussen was Maarten begonnen met een behandelplan voor mijn achillespees. Dat leverde langzaam maar zeker verbetering op. Stukje bij beetje kon ik meer kilometers maken. Dat begon met 5, dan weer 6 en zo richting de 12 kilometer. Klaas had het schema zo aangepast dat ik geen tempo’s meer ging lopen. De focus lag voornamelijk op duur. In de laatste weken van het schema zouden er weer wat versnellingen worden ingebouwd. Vier weken dus.
Droge naalden
En nu zijn we vier weken verder. Het is 4:50 in de nacht. Over 4 uur en 25 minuten klinkt het startschot voor Vak C, het vak waar ik zal gaan starten voor de negenenveertigste editie van de marathon van Berlijn. Ik heb meer dan ooit koffie nodig. Voordat ik die ga halen, doe ik de oefeningen die ik trouw al maanden doe. In de afgelopen vier weken is het herstel steeds sneller gegaan. Nog altijd voel ik af en toe wat gezeur, maar volgens Maarten ben ik er helemaal klaar voor. Vijf maanden lang droge naalden, schokgolven en massages. En die oefeningen natuurlijk! En niet te vergeten, dat aangepaste schema. Ik voel me megarelaxed. Totaal geen spanning. Stryd zegt ook dat het goed komt, als ik me maar houd aan de 286 Watt. De geschatte eindtijd zal dan 3:28 zijn. Precies wat ik in Rotterdam ook gelopen heb.
Tweeduizend kilometer
Tijdens de laatste ‘KBoom-uitzwaaitraining’ in het Vondelpark, loop ik mijn eigen programma. De rest van de groep loopt in tegengestelde richting. Tijdens die training voel ik me ontzettend scherp. Volgens Klaas ziet het er soepeltjes uit. Zo voelt dat ook. Alsof ik met een stel springveren loop. Wie had dát gedacht. In zo’n korte periode weer lekker lopen. Het ontroert me best wat. Na de training hebben Klaas en ik nog een gesprekje over hoe de race aan te pakken. Ik vertel hem over de 286 Watt van Stryd en volgens Klaas zit dat ook wel goed. De afgelopen maanden heb ik meer duurwerk gedaan dan in de voorbereiding van Rotterdam. Ik sta er wat dat betreft veel beter voor. Die duurlopen resulteerden in een weekvolume van maximaal honderd kilometer per week. De tweeduizend kilometer heb ik dit jaar op 100 kilometer na al bereikt. Na de marathon is dat nog maar een weekje trainen, hebben we die ook binnen!
Microfoonkabelklittenband
Ik haal drie bakken koffie uit de ontbijtzaal. Nog maar weinig lopers hebben zich gemeld. Ik heb toch zeker vier uur nodig om mijn eten goed te verwerken. Van huis heb ik vier boterhammen wit én pure hagelslag meegenomen. Ik verlaat de ontbijtzaal dan ook met niets meer als mijn koffie en twee kuipjes boter, zodat de hagelslag op mijn broodjes blijft zitten. Nu heb ik mooi de gelegenheid om alles nog eens goed door te nemen. Mijn nummer heb ik opgespeld, alles ligt klaar. Voor de tracking van Berlijn, wordt gebruik gemaakt van een Champion Chip. Die moet je ergens aan je veters rijgen. Om te voorkomen dat die hinderlijk op de wreef gaat drukken, heb ik een heel smal klittebandje van Shure meegenomen. Die zijn eigenlijk bedoeld voor microfoonkabels, maar zeer geschikt ook voor het bevestigen van de chip. Maurten is de leverancier van de sportdrank onderweg en op kilometer 28 ligt er zelfs een gelletje klaar. Ik neem 2x een Maurten Gel met cafeïne mee en 4x de standaard Maurten Gel. De afgelopen twee dagen heb ik Maurten 320 gedronken, steeds in een halve liter bij het ontbijt. Vanochtend drink ik dat ook en neem ik nog een glas bietensap met vitamine en visolie. Dat laatste glas neem ik twee uur en 15 minuten voor de start. Hierna drink ik niets meer om te voorkomen dat ik moet plassen onderweg.
Stepping up
Voor het vervoer heb ik drie apps gedownload van stepjes. In Berlijn is het openbaar vervoer echt top geregeld en voor de marathonlopers is het deze dagen helemaal gratis. Dat belooft een drukte in de S- en U-Bahn en daarom heb ik ervoor gekozen om een stepje te huren. Ik check Bolt, Lime en VOI. De VOI stepjes blijken het meest dichtbij te staan. Tegenover mijn hotel op de Kurfürstendam staat er eentje, met voldoende batterij. Het is ongeveer 12 minuutjes fahren.
Het weer is prima. Beetje koud, bewolkt en 10 graden. Later vandaag zal dat zo’n twintig graden moeten worden, met een zonnetje. Met een alcoholvrij biertje in het vooruitzicht, zal dat prima bijkomen zijn. Als ik de Charlottenburger Brücke rechtsaf sla, kan ik de Fernsehturm al zien. Een van de iconen van Berlijn. De Strasse des 17. Juni is halverwege afgesloten, zodat ik bij de Siegessäule het bos induik, het parallel aan de weg lopende fietspad op. Het wordt hier al flink drukker. De uitgang bij het bos is precies bij de Brandenburger Tor. Ik kan hier mijn stepje parkeren. De accu schreeuwde al 2 kilometer om aan de lader te worden gezet. Gelukkig hoefde ik niet te lopen. Ik wil iedere stap teveel besparen. Het ophalen van het startnummer op voormalig vliegveld ‘Tempelhof’ heeft me al genoeg stappen gekost. Ik voel het nog best in mijn benen.
Chaos
Het is één grote chaos bij de Brandenburger Tor. Ik heb echt geen idee waar ik heen moet. Gelukkig ontmoet ik een paar Duitsers die ook nog een kledingzak hebben én ook om 9:15 Uhr starten müssen. Of ik uit Dusseldorf kom, vraagt de man. Ik begin te lachen en leg uit dat ik daar heb gewerkt, vandaar wellicht mijn uitspraak. Goed geluisterd in ieder geval. Bij de kledingafgifte tref ik toevallig Eelco, Mark en Evelien uit Assen. Ze starten een half uurtje na mij. We worden door het bos geleid naar de start. Er is echter geen ingang te bekennen. Iedereen begint over de hekken te klimmen. Ik doe nog een laatste afwatersessie en sluit me ook in het startvak aan.
Kilometer 1: 286 Watt
Na een paar minuten klinkt het startsignaal. Het is excact 9:15 uur en ik druk de startknop van mijn Garmin in. Vandaag heb ik gekozen voor een gegevensveld van Stryd, die het vermogen toont per 3 seconden én een weergave met een real time vermogensveld van Stryd, de afstand, tijd en pace. Op mijn arm heb ik het getal ‘286’ geschreven. Dit is het gemiddelde vermogen dat ik moet lopen om de 3:28 te kunnen lopen vandaag. Ook heb ik het credo ‘Moedig voorwaarts’ op mijn arm geschreven. De eerste kilometer draai ik op een rustige 278 Watt. Niet teveel verspillen, langzaam opwarmen. Mijn ervaring is dat ik pas na drie kilometer echt lekker warm begin te worden. Kilometer 2 zit ik echter al op een prima 293 Watt. Dat is zo’n 4:43 per kilometer. Als het zo doorgaat, met een beetje verval de laatste 8 kilometer, zou ik best eens sneller kunnen uitkomen, verwacht ik. Eerst maar eens de halve marathon doorkomen en voelen hoe het dan gaat.
Ik voel een tikje op mijn schouder. Het blijkt Alberto van Team KBoom te zijn. Dat is leuk zeg! In zo’n menigte kun je dus nog best wat bekenden tegenkomen. Alberto heeft er flink de gang in. Op weg naar een prachtige 3:17, zo blijkt later.
Kilometer 11: Het klopt excact
Het blijft lekker doorgaan zo. We zitten al op 11 kilometer. Bij de drinkpost heb ik flink wat vaart geminderd om goed te drinken. Even een slok en weer door, vertaalt zich aan het einde in dikke ellende, weet ik. Die kilometer vertaalt zich terug in een tijd van 4:54. Die 12 seconden neem ik op de koop toe. Het publiek in Berlijn is erg enthousiast. Het lijkt wel een soort Rotterdam! Soms gaat het even ietsjes omhoog, volgens Stryd, maar dat mag geen naam hebben. Vantevoren heb ik de route via Google Maps ‘gelopen’. Ik herken dan ook diverse gebouwen en straten. Dat is prettig voor de oriëntatie. De kilometeraanduiding is overigens nagenoeg gelijk aan die van mijn Garmin. Dat is heel erg fijn!
Kilometer 21 en een beetje
De halve marathon kom ik door in 1:46. Een heeeeele snelle rekensom, voor wat het waard is dan, leert me dat ik dan zeker mijn tijd van 3:28 zou moeten halen. Voldoende marge. Hoeveel weet ik niet. Op de één of andere manier stopt mijn hoofd met het aanbieden van rekenfaciliteiten zodra ik de startlijn passeer. Ik merk dat ik perfect nog in mijn energie zit. De fueling heb ik goed onder controle en bij iedere 5km-post pak ik Maurten-sportdrank aan en spoel ik mijn handen af met water. Desondanks pikt die sportdrank nog aan mijn handen. Gelukkig is mijn haar voldoende vochtig en blijkt dat een prima manier te zijn om mijn handen weer wat minder plakkerig te laten zijn.
Het zit ‘m in de details
Tot nu toe dus geen enkel spoortje van vermoeidheid. Ik trap niet in de val om nu sneller te gaan lopen dan de bedoeling was. Nou… misschien ietsjes dan. Dat betekent een kleine 3 seconden, dus 4:40 rond. Nog altijd kost me dit geen moeite en loop ik heerlijk comfortabel. Mijn focus is vooral gericht op de drie blauwe lijnen die over het gehele parcours gemarkeerd staan. Dit zijn natuurlijk de bekende strepen van de hoofdsponsor, maar ze markeren ook de meest gunstige route over het parcours. Dat blijkt zéker het geval te zijn. Waar de meute soms de binnenbocht kiest, blijf ik de lijn volgen en blijkt dat inderdaad even verderop korter te zijn. Kleine details, maar wel erg fijn voor de mindset.
30 kilometer alweer!
We gaan alweer naar de dertig kilometer. Van een man met de hamer is geen sprake. Ongelooflijk hoe lekker ik blijf lopen. We neem ik even de tijd om te drinken. Voor het eerst klokt mijn Garmin een kilometer over de 5 minuten. 5:05. Ik laat me niet opjagen en focus me vooral op souplesse. Weer die blauwe lijn in de gaten houden. Alles komt goed. Wat een gezelligheid is het hier. Aan de kant staan diverse bands. Van typisch stereotypisch Duitse metal tot pareltjes. Veel jazz. Veel contra bas. Wat vind ik dat gaaf. Links van me klinkt ineens het nummer Diggin’. Wat lekker! Het nummer dat Lisa met haar band What the Funk altijd zong. Het geeft me een flinke stoot power om door te gaan. “Oeh, Ah!, Oeh, Ah!’”fluiister ik. Ook hier niet teveel kracht verbruiken. Met die bandjes zit het vanaf nu wel goed. Een dame met een fantastische stem zingt een nummer dat ik wel ken, maar ook heeft mijn hoofd de optie ‘Shazammen’ uitgezet. Toch herken ik, weer zo’n jazz bandje’ iets verderop. Ze spelen het nummer ‘All of me’, het nummer dat mijn moeder altijd zong. De marathon is een soort reis door je leven, met ups en downs en vol herinneringen. Erg mooi. Ook dit zorgt voor de nodige motivatie.
33 kilometer – De mantra van Ben Parkes
Op 33 kilometer passeer ik het hotel. 12 minuutjes met de scooter was het toch? Lopen zal het iets verder zijn. Nog een kleine 10 kilometer. Dat is prima te doen. Doorgaan, verstand op nul, genieten, op de blauwe lijn letten, focus! Stryd is tevreden, denk ik. Ik schakel even over op mijn display met die ene waarde. Het vermogen, gemiddeld over 3 seconden. Het is voor mij vrij normaal om verval te hebben in de laatste kilometers van de marathon en ook hier is dat het geval. In ieder geval schommelt het bij deze 35 kilometers nog altijd rond de 287 Watt. Marge en nog eens marge! Mijn benen beginnen nu wel aan de bovenkamer te melden dat het wat zwaarder begint te worden en vragen om advies. “He!” dat is ánders dan de marathons hiervoor. Toen hadden mijn benen een soort van noodkreet naar diezelfde bovenkamer. Nou… als je het de consultant van de bovenkamer vraagt, dan is er maar één antwoord mogelijk: “meer power!” En het werkt! Direct schiet het vermogen weer boven de 300 Watt. Ik denk aan Ben Parkes die altijd “Come on!” roept, als het zwaar wordt. Dát doe ik nu ook. “Come on!” pushen en nog eens pushen. Iedere meter die ik nu pak, stop ik in mijn zak.
40 kilometer – Over de Muur
Veertig kilometer. Ik moet nu bijna bij Unter den Linden zijn. Ook één van die straten die werd bezongen in het lied ‘Over de Muur’ van het Klein Orkest. Grotendeels gefrustreerde nummers over de verhouding man/vrouw in relaties, maar zeker ook wel pareltjes van teksten. Ik voel me nu dan ook een soort ‘Koos werkeloos’ om maar in die sferen te blijven. Nadat ik even wandel om mijn water goed naar binnen te werken én om een paar bekertjes over mijn, inmiddels verhitte, kop te gieten, denk ik aan het zinnetje “Ga toch werken, Koos!” “Nog maar twee kilometer, kom op!, Come On” Ik hoor iemand aan de kant roepen dat het zo nog drie keer naar links gaat. Dan loop ik daadwerkelijk ‘Unter den Linden’ op.
42 nog wat – topvermogen!
Wat er gebeurt, ik weet het niet, maar die laatste kilometer weet ik nog flink wat vermogen uit mijn lijf te persen. Het passeren van De Brandenburger Tor zorgt voor een bijzonder gevoel. Ik weet dat ik nu nog even moet pushen. De finish kan ik al zien. Ik pers álles wat ik nog in me heb er uit. Het doet pijn, ontzettend veel pijn. Even ben ik bang dat ik er te hard aan trek. Naast me vallen mensen stil. Naast me ligt iemand met kramp in de hekken. Er gebeurt niets raars, ik voel alleen maar kracht. De wind in mijn haren en even is het net of ik zweef! Ik zie de eerste fotografen. “Lachen!”, dank ik. Die lach verandert direct in een grimas. “Doorbijten en vasthouden, daar ben je straks bij om”, denk ik.
Finish
Ik ben over de finishlijn! Het voelt even onwerkelijk en ik ben verschrikkelijk misselijk. Mijn benen voelen prima, niet vermoeid. De rest van mijn lijf voelt eigenlijk ook goed. Van mijn achillespees heb ik totaal geen last. Wel even die misselijkheid verwerken. Rustig diep ademhalen. Dat gaat goed. Zodra ik mijn medaille in ontvangst heb genomen, zoek ik een hek om te rekken en te strekken. Ik neem water aan en kijk terug op een heerlijke marathon. Ik realiseer me dat ik werkelijk niets van Berlijn heb meegekregen, anders dan de blauwe lijn. Natuurlijk heb ik wel flarden gezien, maar niet dat ik vol aandacht van de omgeving heb genoten. “Dat ga ik morgen wel doen”, denk ik. Dan heb ik nog een hele dag om te genieten van de bezienswaardigheden van deze indrukwekkende stad.
Weer een PR!
Ik check mijn tijd. 3:27. Weer een minuutje sneller dan Rotterdam en… een minuutjes sneller dan Stryd had voorspeld. Wéér een PR! De belangrijkste les uit deze marathon is geweest dat ik me aan de aanbevolen power houd. Dat maakt het lopen zoveel gemakkelijker. Het geeft ook goede moed voor de volgende marathon. Dat zal Rotterdam 2024 worden. Nu eerst twee weken rust en goed herstellen. Goed mijn oefeningen blijven doen en dan langzaam weer opbouwen. Nog altijd is het doel om onder de drie uur te lopen. Die focus blijf ik zeker houden, moedig voorwaarts!