Eigenlijk doe ik het te weinig: dwalen. Gewoon, rugzakje op met de noodzakelijke dingen, het bos in en wel zien waar ik uitkom. Dit vind ik de fijnste trainingen. Ik leg, zonder er erg in te hebben, flinke afstanden af, voel me vrij en zie ook nog eens wat! En dwalen in Nederland is echt wel mogelijk. Mits je het avontuur maar op zoekt. Met deze ingrediënten kun jij ook lekker gaan dwalen.
Tijd
Om onbezorgd te kunnen dwalen is het handig als je er de tijd voor neemt. Zo kun je de tijd lekker de tijd laten en hoef je niet op je horloge te kijken of je wel op tijd thuis bent om de kinderen van school te halen, eten te koken, een werkafspraak te halen of andere verplichtingen na te komen.
Ken je de weg?
In de directe omgeving van mijn huis zal ik niet snel verdwalen. Ik ken bijna ieder paadje in het bos, weet bijna hoelang ieder extra aan te plakken lusje aan mijn route is en kan zo onderweg bepalen welke route ik loop. Verdwalen is voor mij hier onmogelijk: het bos wordt ingesloten en doorkruist door grote wegen en heeft veel herkenbare punten. Voor wie niet zo vaak dwaalt en dat juist wil gaan doen, is zo’n situatie ideaal. Soms hebben we dat beetje zekerheid nodig dat we niet écht kunnen verdwalen, maar willen we wel zonder plan er op uit. Een beetje het avontuur op zoeken.Schat vooraf voor jezelf in hoever je van plan bent te gaan lopen, stippel grofweg een route uit (bijvoorbeeld via afstandmeten.nl en ga op pad. Zonder kaart! Als je de omgeving (een beetje) kent, kun je je prima oriënteren op herkenningspunten, zoals wegen, treinspoor, dorpen, etc.
Onbekend terrein?
Een stapje verder kun je gaan door eens ergens te gaan dwalen waar je de weg niet kent. Pak bijvoorbeeld de trein naar een mooie omgeving en loop naar een ander station (tip: Utrechtse Heuvelrug Trail, 32 kilometer of zwerf er lekker rond en pak daarna de trein weer naar huis. Niet alle mooie gebieden zijn met de trein te bereiken, maar vaak is er wel een parkeerplaats zodat je er prima met de auto kunt komen. Vooraf bepaal ik aan de hand van de kaart waar ik wil gaan lopen en welke herkenningspunten ik tegen kan komen. Google earth is hiervoor ideaal, maar ik zoek ook vantevoren of er wandelroutes zijn en hoe die door het gebied lopen en ongetwijfeld kom je fietspaddestoelen tegen. Dit soort herkenningspunten knoop ik in mijn hoofd. Kom ik onderweg bijvoorbeeld langs een restaurant in het bos, dan weet ik waar ik zit en welke kant ik op moet om terug te komen bij de auto. Navigeren doe ik voornamelijk op dit soort herkenningspunten. Maar je kunt ook een kompas gebruiken of google earth op je telefoon, als je er echt even niet meer uitkomt. Is dit nog net een stapje te uitdagend? Maak dan gebruik van wandelroutes, bijvoorbeeld klompenpaden in een mooie nieuwe omgeving. Zo valt er genoeg te ontdekken, heb je het idee toch te dwalen, maar kan er eigenlijk niet veel mis gaan. Tenzij je een paaltje mist.
Achterblijvers
Laat je het thuisfront wel even weten wat je gaat doen en waar je van plan bent te gaan dwalen? Zo hoeven ze zich geen zorgen te maken dat je een paar uur weg bent. En mocht er onverhoopt wat gebeuren, dan weten ze ongeveer waar je te vinden bent.
Onmisbaar?
Dwalen is heerlijk, maar het liefst sluit ik onnodige risico’s wel uit. Ik zorg dat ik altijd een volgeladen telefoon mee heb, een pinpas en wat kleingeld. Ga ik met het OV, of weet ik dat ik middels OV altijd terug kan komen naar het startpunt, dan neem ik de OV-chipkaart ook mee. Op mijn telefoon heb ik Google maps, deze geeft in de meeste bosrijke gebieden aardig nauwkeurig weer waar ik ben en welke richting ik op ga. En anders duurt het nooit lang voordat ik in de buurt ben van een datapaal
Rugzak ?
Rugzak op en gáán! Maar wat stop je er in? Afhankelijk van je dwaalavontuur in ieder geval bovenstaande en voldoende water en voeding. In mijn rugzakje past een waterzak van 2 liter. Daar kan ik wel even mee vooruit. Bij dwalen in Nederland is de beschaving nooit écht ver weg. Een restaurant, camping of een andere plek met een kraan is eigenlijk altijd wel voor handen. Even vriendelijk vragen en de kans is groot dat je je waterzak bij kan vullen. Voor onderweg neem ik voldoende voeding mee. Naar gelang de afstand kunnen dit gelletjes zijn, maar ik neem ook gerust een paar boterhammen of Cliff bars mee. Op den duur krijg ik anders gewoon honger. Daarnaast heb ik zelf niet snel last van mijn maag als ik wat gegeten heb en ga hardlopen, dus ik kan prima vast voedsel eten. Het liefst doe ik dat op een plek met een mooi uitzicht, zodat ik ook echt even rust moet nemen om te eten en tegelijkertijd kan genieten van het moois om me heen. Picknicken 2.0!
Slecht weer
Afhankelijk van de weersvoorspellingen neem ik vaak ook een dun en licht (regen)jasje mee en een droog shirtje. Die verpak ik een ziplock zakje, zodat ze droog blijven als ik in een regenbui terecht kom. Mocht ik ergens stranden, dan heb ik een droog shirtje en koel ik niet te snel af. ?Bij slechtere weersomstandigheden kun je ook denken aan een jasje, longsleeve en vergeet dan ook een isolatiedekentje niet. Maar eerlijk gezegd: dit soort avonturen plan ik op mooi-weer-dagen.




