In deze serie over looptechniek besteden we deze keer aandacht aan de de armbeweging. De armen hebben een ondersteunende rol bij de loopbeweging en dat heb je vast wel eens ervaren. Zo ondersteund je armbeweging o.a. je loophouding, je knieinzet en je voetafzet. Een goede oefeningen om je arminzet te trainen is door gebruik te maken van kralenkoordjes.
Armenzwaai met kralenkoordjes
Voor deze oefening heb je twee koordjes met een kraal aan het uiteinde nodig.
Je maakt vanuit stand armzwaai bewegingen. De uiteinde van het koortje houd je tussen duim en wijsvinger. De kraal moet bij voorkeur boven de pols de arm raken. De impuls moet vanuit de zwaai van de ellebogen komen. Let erop dat je de ellebooghoek bij de achterzwaai iets groter maakt en bij de voorzwaai iets kleiner.
– Beginners 2 tot 4 maal ongeveer 30 tot 40 seconden zwaaien.
– Gevorderden 3 tot 5 maal 40 tot 60 seconden zwaaien.
Lopen met handen in de zij
Met deze oefening voel je niet alleen de werking van de armen maar ook hoe de heup en armen samenwerken. Je houd je handen in je zij waardoor je je bekkenstand controleert. Je probeert te voelen hoe je bekken beweegt. Het is als ware een kom gevuld met water waar niets uit gemorst mag worden.
– Beginners 2 tot 4 maal over 40 tot 60 meter
– Gevorderden 3 tot 5 maal over 50 tot 80 meter.
Skipping met eerst vasthouden en aansluitend ritmisch weglopen
Deze oefening laat je goed de samenwerking van de arm en knieinzet ervaren. Je begint vanuit stand een skipping te maken waarbij je lichtjes wordt vastgehouden. Vanuit die lichte weerstand neig je heel licht naar voren [lopen is vallen aar de horizon]. Vervolgens ga je over naar een ritmische loop met de juiste lichaamshouding.
– Beginners 2 tot 4 maal over 40 tot 60 meter.
– Gevorderden 3 tot 5 maal over 50 tot 80 meter.
