Een aantal keer per jaar staat ie bij mij op het programma: een zo snel mogelijke 10 kilometer. Een gevreesde afstand, maar ideaal om je huidige vorm vast te stellen. Handig voor aanvang van je trainingsschema voor de (halve) marathon. Dan weet je zeker dat je in de juiste zones gaat trainen, of je dit nou doet op vermogen, hartslag of op tempo. Halverwege je schema kun je een 10 kilometer aangrijpen als meetmoment om eventueel daarna je schema bij te stellen. Je kunt de 10 kilometer natuurlijk ook aanvliegen als doel op zich.
Een PR lopen op de 10 kilometer
Dit jaar heb ik al drie keer geprobeerd om mijn PR van 35:02 op de 10 kilometer te verbeteren. De eerste poging was tijdens de Vondelparkloop in februari, met 35:12 kwam ik aardig in de buurt. Een maand later liep ik exact dezelfde tijd bij de sterk bezette Spiegelplasloop in Nederhorst den Berg. Drie maal is scheepsrecht gaat bij mij niet op, want mijn derde poging strandde in een 35:38, tijdens de ZomerAvondCup in Utrecht.
Afgelopen zaterdag was het weer zover. De wedstrijd waar ik vorig jaar mijn PR van 35:02 liep, staat weer op het programma: de RunX Summer Run. Vijf rondjes over het afgesloten wielerparcours in Spaarndam, met aan de start veel snelle lopers. Een uitstekend recept voor een supersnelle 10.
Te hard starten en een losse veter
De tien is een veelkoppig monster, het is niet de afstand wat het lastig maakt, maar het van start tot finish op de rand van je kunnen lopen. Klaas Boomsma schreef er al eens een mooi en treffend stuk over. Té hard starten is al vroeg vechten tegen het zuur in je benen en het zoeken naar adem. Te voorzichtig starten is geen goed idee om een PR te lopen, verloren tijd maak je moeilijk goed op zo’n afstand. De kunst is precies op de grens lopen en accepteren dat het na een kilometer of 7 à 8 toch wel ergens pijn gaat doen.
Ik start vooraan in het vak naast twee teamgenoten van KBoom Running. Ook zij hebben als doel om onder de 35 minuten te lopen, maar willen – naar mijn idee – iets te behouden van start gaan. Ik trek mijn eigen plan en loop de eerste kilometer in 3:24 en de tweede in 3:29. Dat is ten minste wat mijn horloge mij doet geloven, maar na 3 kilometer merk ik dat ik de kilometerpaaltjes op het parcours eerder passeer dan mijn horloge aangeeft. Ik loop dus sneller dan ik denk, misschien een beetje té snel. Halverwege kan ik het tempo niet meer vasthouden en moet ik noodgedwongen gas terugnemen. Wat niet meehelpt is een losse veter na anderhalve kilometer. Ik vervloek mezelf meermaals en wordt ondertussen ingehaald door de ene na de andere loper. Na een kilometer of 8 komen ook mijn teamgenoten langszij. Ik probeer nog even aan te haken, maar moet ze al snel laten gaan.
Frustratie en vrolijkheid
Mijn tijd heb ik niet in beeld op mijn horloge, alleen de afstand en mijn tempo waar ik niet op kan vertrouwen. Met nog een kilometer te gaan heb ik nauwelijks iets over en weet ik zeker dat ook mijn vierde poging om een PR te lopen niet is geslaagd. Als ik de finishklok in beeld heb zie ik deze net op 35:00 springen. Een vlaag van frustratie overvalt me als ik 5 seconden later de finish passeer, zo getuigt de finishfoto.
Het chagrijn van “wéér niet gelukt”, maakt al gauw plaats voor vrolijkheid. Mijn teamgenoten van KBoom finishen in 34:30 en 34:35, voor allebei een fantastisch PR. De ene na de andere KBoomer komt binnen, niet zelden in een PR. Ook trainer Klaas Boomsma is van de partij en loopt dik onder de 39 minuten. We mogen zelfs het podium op, want met Team KBoom zijn we tweede geworden.
Op naar de volgende PR-poging: de BIG10 van Indie Runner op 8 september.
Koen
8 september: nieuwe ronde