Hardloopjunkies, recreatieve genieters of wedstrijdlopers. We zijn allemaal verschillend, maar de hardloopconnectie is er. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. In deze serie interviews vertellen lopers waarom het hardloopvuurtje in hen nooit dooft.
Bij sommige hardlopers zit het lopen in het DNA. Dennis de Freytas (25) rent pas een jaar. Wars van enige spanning zweefde hij afgelopen maanden van de ene naar de andere wedstrijd. Bang om te falen is hij niet. ‘Het is zoals het is, en daar moet je gewoon van genieten.’
Op de radar
Dennis de Freytas had nooit gedacht een fervent renner te worden. Hardlopen stond tot vorig jaar niet echt op zijn radar. Sporten is wel altijd belangrijk voor hem geweest. Als kind weet de Tilburger dat hij later iets met sport wil doen. ‘Vroeger fantaseerde ik dat ik de hele wereld over liep. Dat gaf me een gevoel van vrijheid. Die wens heb ik niet meer. Wel wil ik ooit knallen op een marathon in het buitenland.’
Motivatie
Wie weet waagt Dennis zich in de komende jaren aan die magische 42,195 kilometer. Hij is vorige week 25 jaar geworden en heeft nog een heel leven voor zich. Aan motivatie ontbreekt het hem niet. Als kind beoefent hij al verschillende sporten: basketballen, voetballen, zwemmen, tennissen, turnen. Door een blessure komt hij vorig jaar in aanraking met de loopsport. ‘Om toch in beweging te blijven, besloot ik een rondje te hollen’, blikt hij terug. ‘Gewoon trimschoenen aan en gaan. Dat beviel me goed. Hardlopen is laagdrempelig en een prima manier om je conditie op peil te houden.’

Talent
Dat smaakt naar meer. Hij schrijft zich in voor zijn eerste wedstrijdje. Zonder enige training rent hij 5 kilometer in 19 minuten. Een paar weken erna doet hij mee aan de Tilburg Ten Miles. Hij klokt een tijd van 1:04:55. Zijn talent blijft niet onopgemerkt. ‘Een andere loper wees mij op een lokaal wedstrijdteam’, vertelt Dennis. ‘Waarom niet, dacht ik. Misschien is dat wel iets voor mij. Dus ben ik de volgende dag bij hen langs gegaan. Ze wilden eerst zien wat ik kon en lieten me een paar keer meetrainen. Loodzwaar natuurlijk, maar ik mocht blijven.’
Ommezwaai
De stap van beginnend loper naar wedstrijdloper betekent een flinke ommezwaai voor Dennis. Het is flink aanpakken. Zijn dagen bestaan uit: eten, rennen, naar school gaan en slapen. ‘Mijn lichaam moest in het begin wel wennen aan het vele trainen’, bekent hij. ‘In een jaar tijd ging ik van niks naar 6 à 7 keer per week rennen. Sinds deze zomer train ik zelfs 8 keer. Het is fijn om te zien dat het harde werken loont. Stapje voor stapje word ik beter.’

Loopmaatjes
Naast het hardlopen leidt Dennis een druk leven. Wanneer de Tilburger niet rent, zit hij niet stil: stage, afstuderen, 2 bijbaantjes. Voor het einde van het jaar hoopt hij zijn opleiding aan de Avans Hogeschool in Breda af te ronden. In zijn vrije tijd trekt hij ook regelmatig op met zijn loopmaatjes. ‘We trainen niet alleen samen, maar zijn ook goede vrienden’, aldus Dennis.
New Kid on the Block
Het afgelopen jaar voelt als een achtbaan. Hoewel Dennis minder ervaring heeft dan zijn teamgenoten kan hij ze inmiddels aardig bijbenen. In zijn debuutseizoen zweeft hij van de ene wedstrijd naar de andere. De New Kid on the Block behaalt de 3e plek in het regionale wegcircuit. Over zijn tijden is hij dik tevreden: 15.58 (5 km), 33.14 (10 km), 54.26 (10 EM), 1.12.58 (halve marathon). Net als iedere wedstrijdloper wil Dennis altijd beter, sneller en verder. Bang om te falen is hij niet. ‘Natuurlijk ben ik competitief’, zegt hij. ‘Ik doe mijn best om altijd te winnen. Tijdens het lopen kan ik me volledig verliezen in de wedstrijd. Dan vind ik het niet erg om te verliezen, in de sportieve strijd van het spel.’
Plezier
Sporten is ook omgaan met teleurstelling. Op dit moment kampt Dennis met een blessure aan zijn enkel. Hij staat gelukkig positief in het leven. ‘Als je iets wilt bereiken, moet dat uit jezelf komen’, stelt hij. ‘Daar word je sterker van. Vergeleken met de andere jongens uit mijn team ben ik later begonnen met hardlopen. Ik ben misschien een laatbloeier, maar wél een gemotiveerde. Als ik eerder was begonnen, had ik misschien niet zo veel plezier in het rennen gehad. Het is zoals het is, en daar moet je gewoon van genieten.’