Landen Kenianen op hun hakken?

Rob doet onverhoopt toch niet mee aan de UNICEF marathon in Kenia. Hij gaat Rotterdam lopen.

Rob schreef zich in voor de UNICEF marathon in Kenia, maar blijft thuis. Toch heeft hij van de training twee belangrijke dingen opgestoken.

Kennen jullie die grap van Rob die een marathon zou gaan lopen in Kenia? Inderdaad: hij blijft thuis. Er moet namelijk behoorlijk wat sponsorgeld worden geworven, en daar heb ik op dit moment in mijn leven (zzp’er, gezin) gewoon geen tijd voor.

Toch ben ik blij dat  ik een paar maanden in de illusie heb geleefd dat ik inderdaad de magische 42 kilometer in Rift Valley zou gaan lopen. Want van de voorbereiding heb ik toch nog het een en ander opgestoken. 

1 – Kenianen landen best op hun hakken

Over het nut – of het gevaar – van de haklanding bestaat in hardloopkringen behoorlijk wat onenigheid. Veel lopers vinden dat de haklanding zoveel mogelijk moet worden uitgebannen, omdat die veel te belastend zou zijn voor je benen. Een landing op je middenvoet zou veel beter zijn. Want je voet staat een beetje bol (tenzij je platvoeten hebt natuurlijk), dus als je midden op je voet landt veert die een beetje in en maak je dus gebruik van je natuurlijke, ingebouwde vering.

De schrijver van het boek ‘Lopen met de Kenianen’, Adharanand Finn, bestudeerde de kwestie in Kenia. Zijn eerste conclusie was heel duidelijk: in Kenia lopen de atleten ze op blote voeten, en daarom landen ze niet op hun hakken. Probeer maar eens een kilometer lang op je hakken te landen, op je blote voeten dus zonder die lekker dempende werking van je dure hardloopschoenen. Kansloze actie.

Maar Finn signaleerde ook dat Kenianen die geld genoeg hebben gespaard voor dure hardloopschoenen, daarna soms op hun hakken gaan landen. En daarmee boeken die atleten nog records ook. Zo slecht is die haklanding dus ook weer niet.

De voorlopige conclusie is dat een haklanding vooral slecht is als je je voeten te ver vóór je lichaam op de grond laat komen. Want dan rem je jezelf elke keer een klein beetje af, met een klap, en je benen (en vooral je knieën) moeten dat opvangen. Dus: land rustig op je hakken, maar zorg er voor dat je voeten onder je lichaam de grond raken – en niet er voor. Neem dus niet te grote passen.

2 – De ademhaling

In Kenia zou ik op twee kilometer hoogte gaan lopen, dus in ijle lucht. En hoe train je daar nu voor, op zeeniveau? Ik heb daar wat ademhalingsoefeningen voor verzonnen die kunstmatig voor zuurstofschaarste zorgen. Die zijn leuk als voorbereiding op Kenia, maar ook gewoon een goede training voor een marathon in de Lage Landen.

Dus als ik een saai loopje heb (wéér eens twee keer de wijk rond, in het donker en de regen) vrolijk ik dat tegenwoordig wat op door te spelen met mijn ademhaling. Eerst adem ik vijf passen lang uit, dan zes,  dan zeven passen, enzovoort. Ik kom – met moeite – tot veertien passen. En dan ga ik, om het extra moeilijk te maken, weer langzaam terug: dertien passen uitademen, twaalf passen, elf, enzovoort. Na een paar honderd meter ben ik dan behoorlijk buiten adem, zelfs zonder mijn benen teveel te belasten – een mooie bonus.

Maar goed: waar is dat allemaal goed voor, nu Kenia niet doorgaat? Nou, voor de marathon van Rotterdam bijvoorbeeld. Want daar heb ik nu weer ruimte voor, dit voorjaar. Het zal mijn derde keer worden, en ik wil proberen hem nu eens onder de vier uur te lopen. Daar ga ik mijn project 3:59:59 weer voor van stal halen, dat ik afbrak toen ik geblesseerd raakte voor de marathon van Amsterdam. Daar heb ik me twee keer ingeschreven, en beide keren kon ik niet aan de start verschijnen.

Amsterdam houdt niet van mij, blijkbaar. Rotterdam wel, maar ook dit jaar? Het zal blijken. En misschien staan er, net als vorig jaar, ook weer vrienden en familie langs de kant. Dat heb je niet, in Kenia. En dat prachtige uitzicht over de Keniaanse Rift Valley denk ik er zelf maar bij – vanaf de Erasmusbrug.

De beste looptips en inspirerende artikelen elke vrijdag in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

Meer uit Inspiratie