Werkt Sportrusten?

Rob haalde zijn streeftijd van 3.59.59 niet tijdens de marathon van Rotterdam. Maar werkt Sportrusten dáárom niet?

Rob liep de marathon van Rotterdam met het Sportrusten-schema. Zijn gedroomde eindtijd haalde hij niet. Maar of dat nou aan het schema lag…?

Het idee was prima – dáár lag het niet aan. Ik zou de marathon van Rotterdam gaan lopen met het Sportrusten-schema. Volgens dat schema moet je precies op een bepaalde hartslag blijven, in mijn geval 139 slagen per minuut, en dan loop je de marathon zonder te verzuren fluitend uit. Ik heb maanden getraind om precies op die hartslag te lopen, dus ik ben er klaar voor.

Alleen laat ik de vrijdag voor de marathon nog even een nieuw batterijtje in mijn hartslagband zetten. Je weet maar nooit, immers. ’s Avonds thuis controleer ik of die band werkt, en: niks. Het horloge ziet de band niet meer. Ik stamp door het huis en mijn kinderen leren er wat nieuwe woordjes bij.

Zaterdagochtend om negen uur sta ik op de stoep bij de elektronicazaak in Utrecht waar het batterijtje gewisseld is (je hebt daar hele kleine schroevendraaiertjes voor nodig en die heb ik zelf niet in huis). De winkelman is uiterst behulpzaam: ‘Nee het kan eigenlijk niet fout gaan die band is gewoon kapot maar ik zal het nog eens nakijken zucht nee hoor het batterijtje zit goed dus zie je wel die band is stuk dus ik kan u verder niet helpen wie is de volgende?).

Dan maar een paniekbezoekje aan Run2Day en tadááá: die hebben een nieuwe band van Garmin op voorraad. Honderd euro, maar dan heb je ook wat. Ik doe hem in de winkel gelijk even om, en jawel: het horloge herkent de band. Mooi, we zijn weer in business.

Als ik de volgende dag in Rotterdam naar mijn startvak loop, valt het me wel op dat mijn hartslag opvallend hoog is: 100. En ik wandel nog maar. Nou ja, het zal de spanning wel zijn. Bij het zingen van ‘You’ll never walk alone’ gaat mijn hartslag naar 120: zie je wel, ik ben gewoon emotioneel.

Voor me in het startvak staan een paar pacers met 4:00 als eindtijd. Dat is precies mijn eigen gedroomde eindtijd, dus die pacers ga ik onwillekeurig toch in het oog houden straks. Jammer eigenlijk, want dat gaat me alleen maar afleiden: ik moet vandaag strikt mijn hartslag volgen. Stomme pacers.

Dan gaan we door de start, en meteen de Willemsbrug op. Potver, mijn hartslag is 145: veel en veel te hoog. Maar goed, we gaan heuveltje op – daar zal het aan liggen. Aan de andere kant van de brug, als we heuvel af gaan, is mijn hartslag nog steeds te hoog: 143. En ik ben me nog maar aan het inlopen. Dan nog maar iets langzamer, totdat ik in een tempo loop waarop mijn oma me nog zou inhalen, achterstevoren op een schildpad met een rotsblok aan zijn poot. Hartslag? 144. Snodeu, dit gaat helemaal nergens over. Is die band misschien stuk?

Na een kwartier word ik ingehaald door twee pacers met 4:00. Uit een startvak ná mij, want de pacers met 4:00 uit mijn eigen startvak zijn inmiddels over de horizon verdwenen. Maar goed, als ik aanhaak bij deze pacers kom ik in elk geval tussen de 4:05 of 4:10 over de finish. Dat is beter dan dit gepruts. Ik sluit me aan bij de lieve, aardige, nuttige pacers, waarover je mij nooit een kwaad woord hebt horen zeggen.

Om de pacers bij te houden moet ik behoorlijk versnellen, en mijn hartslag stijgt tot 165. Tenminste, volgens de hartslagmeter. Dat is zo’n beetje mijn maximale hartslag, en ik weet van de trainingen hoe dat voelt: alsof ik struikel over mijn longen die ik zojuist heb uitgekotst. Maar zo voel ik me nu beslist niet. Integendeel: het gaat net lekker. Die band is dus stuk – of het horloge. Ik schakel het ding uit: weg met dat gepruts, nu maar redden wat er te redden valt.

In de groep achter de pacers is het druk en vooral op de smalle stukken – en dat zijn er nogal wat in dit parcours – is het behoorlijk dringen. Terwijl het tien meter vóór de groep redelijk leeg is. Ik ga dus tien meter voor de pacers lopen en dat gaat lekker. 

Nou ja, tot 38 kilometer, want dan halen de pacers en de overgebleven groepsleden me in en lopen ze me het snot in de ogen: ik moet lossen. Onder het motto ‘pain is temporary, quitting is forever’ haal ik half hardlopend / half snelwandelend de finish. Eindtijd: 4:12. In plaats van de 3:59:59 waar ik met het Sportrusten-schema op mikte.

Dus de Sportrusten methode werkt niet? Dat zou ik niet durven zeggen. Het is immers niet de schuld van het schema dat ik in het begin van de marathon veel tijd heb verklooit met falende hartslagapparatuur.

Bovendien is een andere pijler van Sportrusten dat je nooit langere trainingslopen hoeft te houden dan 14 kilometer. En dat werkt dus zeker wel. Want ik ben redelijk blessurevrij gebleven en ook na een half jaar van loopjes van maximaal 14 kilometer (nou ja: af en toe liep ik er stiekem 17) kan ik een marathon aan. In die zin werkt Sportrusten dus prima.

Maar zou ik Sportrusten nog eens proberen? Nee. Het was een waardevolle ervaring waar ik veel van geleerd heb, maar Ik denk dat ik voor mijn vierde marathon zelf een heel persoonlijk schema ga opstelen. Dat wordt maatwerk.

En daarna volg ik gewoon een pacer.

De beste looptips en inspirerende artikelen elke vrijdag in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en mis niets!

Meer uit Inspiratie