Looptechniek oefeningen #1
Dat een goede looptechniek belangrijk is weten wel allemaal. Welke oefeningen je moet doen om je zelf te verbeteren weet niet iedereen. De komende weken gaan we je veel oefeningen geven.
De komende weken zullen we de serie looptechniek gaan herhalen. Deze serie is geschreven door de onlangs overleden ‘ Loopmeester’ Bob Boverman.
Vaak wordt verondersteld dat we de loopbeweging voldoende beheersen om direct langere afstanden te kunnen gaan lopen. De praktijk wijst uit dat de loopbeweging bij veel mensen niet zo natuurlijk verloopt als het zou moeten. In deze serie geef ik een aantal oefeningen die de loopbeweging ondersteunen en kunnen verbeteren. Deze loopscholingsoefeningen kunnen direct bij de warming up en in ieder geval 2 maal per week worden toegepast.
Door de oefeningen regelmatig met elkaar af te wisselen zal de loopbeweging zich beter ontwikkelen. Aanvankelijk doen we onderstaande oefeningen niet op te harde of te zachte ondergrond (bijvoorbeeld: dennennaalden, schelpenpad, vlak en kort gemaaid grasveld, etc.)
– Trippling
Trippling is een oefenvorm waarbij in langzame voortgang de hakken ritmisch om en om hoog worden geheven (training van de voetstrekkers), tenen blijven bijna aan de grond. Trippling kan in diverse ritmes worden uitgevoerd, bij laag ritme ligt het accent op spierversterking, bij een hoog ritme ligt het accent op bewegelijkheid en spierzenuwwerking. In deze serie doen we
de uitvoering met hoog ritme.
Afstand 15 – 30 meter.
– Half hoge skipping
Skipping is een ritmische kniehefloop, waarbij de voeten licht grijpend en kaatsend op de grond worden geplaatst. De knieën worden zelfs bij de halfhoge uitvoering hoger geheven dan bij de normale loopsnelheden. Hierdoor zal de knie-inzet na veel oefenen bij de eigenlijke loop makkelijker verlopen. Aandacht verdient de romphouding, welke enigszins licht naar voren is en waarbij we moeten oppassen voor een ‘zittende’ houding in de loop. We houden de heupen steeds goed naar voren. De voeten zijn kort aan de grond, je loopt als het ware over een gloeiend hete plaat.
Oefenafstand 30 – 50 meter.
– Versnellingsloop
Vanuit 5 – 10 meter trippling met vervolgens 10 – 15 meter skipping overgaan tot licht versnellend en ritmisch lopen over 25 – 35 meter.
Oefenafstand 40 – 60 meter.
Pauze steeds dezelfde afstand terug wandelen. Tussen de oefeningen kunnen we 100m extra wandelen.
We kunnen de oefeningen eerst 2 tot 5 maal herhalen. Op de duur kunnen we ze ook 1 maal doen en dan de hele oefenreeks weer herhalen. Deze oefenreeks kunnen we ook 2 tot 5 maal doen en nemen dan 100m extra pauze tussen iedere oefenreeks.
Als we techniek oefeningen doen dan moeten we steeds voor voldoende herstel zorgen. Vermoeide spieren leren n.m.l. slecht.
Als we bovenstaande volgorde aanhouden kunnen we bij de versnellingsloop gelijk een positief effect op de gehele loopbeweging krijgen.
Voor meer looptechniek video’s kijk je hier