Hoe vaak per week moet je trainen?

Hardlopen kan eigenlijk altijd en overal. Dat is een groot voordeel van ‘onze’ prachtige sport, maar kan tegelijkertijd ook voor problemen zorgen.

Want hoe bepaal jij voor jezelf hoe vaak je moet trainen?

Ga jij bijvoorbeeld twee keer per week, of veel vaker?

Hoe vaak jij loopt, zou moeten afhangen van wat voor loper je bent. En natuurlijk van de doelstellingen die jij hebt. Maar ook je privéleven speelt een essentiële rol bij het bepalen van je trainingsomvang. Heb je een drukke baan? Een gezin? Veel sociale verplichtingen? Dan heb je dus minder tijd om te trainen dan wanneer je single bent, een minder tijdrovende baan hebt of niet veel tijd kwijt bent aan andere afspraakjes. Maar wat voor loper je ook bent: het is noodzaak om de juiste balans te vinden tussen training en privé.

Wanneer je een beginnende loper bent, is het verstandig om te starten met hooguit één of twee trainingen per week. Je hoeft dan ook geen enorme afstanden af te leggen, want een paar kilometer zal al snel als een geweldige overwinning aanvoelen. Loop vooral lekker rustig, zodat je je lichaam aanvankelijk niet al te veel belast. Eén of twee keer per week rennen is ook verstandig wanneer je net bent hersteld van een blessure of ziekte.

Wanneer twee trainingen per week niet voor problemen zorgt, kun je de overstap maken naar drie looptrainingen per week. Hardlopers die drie keer per week hun loopschoenen aantrekken, zijn doorgaans lopers die zich richten op het kortere werk of triatleten voor wie het lopen ‘slechts’ één onderdeel van hun sport is. Wanneer je drie keer per week loopt, kun je je uitstekend voorbereiden op een vijf kilometer, maar ook voor een halve marathon. Je hebt voldoende trainingen en dus tijd genoeg om te variëren in de duur en afstand van je loopjes. Drie trainingen is vooral ideaal voor lopers die het heerlijk vinden om te sporten, maar na afloop wel een rustdag kunnen gebruiken om te herstellen.

Wil je nog meer lopen en kan je lichaam dat aan? Dan kun je vier of vijf keer per week gaan trainen. Lopers die zich richten op het langere werk, zoals marathons, draaien hun hand hier doorgaans niet voor om. Belangrijk is het wel om dan de zwaardere trainingen af te wisselen met rustiger loopwerk. Snelheidstrainingen met duurloopjes. Als je vier of vijf dagen per week traint, zal je al snel merken dat je lichaam zich razendsnel ontwikkelt. Je trainingen hoeven in dit geval niet per definitie lang te duren of veel kilometers te beslaan.

De meest ervaren lopers tikken rustig de zes trainingen per week aan. Daarbij is het goed om op te merken dat voornamelijk jongere lopers beter kunnen omgaan met deze hoeveelheid trainingen, omdat hun lichaam sneller herstelt en minder rust nodig heeft. Ideaal voor lopers die flinke progressie willen boeken, zonder dat ze rekening hoeven te houden met een drukke baan, een volle agenda of veel afspraken.

En zeven dagen per week dan? Doe het vooral, maar alleen als je lichaam dat ook trekt. Eigenlijk alleen professionele atleten lopen zo vaak, dus een echte noodzaak voor de ‘normale’ loper is er niet. Maar voel je vooral vrij als je het echt niet kunt laten geen dagje vrij te nemen!