‘Je loopt erg hard de laatste tijd. Gaat ie lekker?’ S. drukt haar hardloophorloge in als het stoplicht op groen springt en gaat lopen. Ik volg haar.
‘Ja, het gaat hard. Jij zag mijn 5 kilometer op Strava?’ vraag ik.
’16:30 op 5 kilometer. Niet. Normaal. Man.’
We slaan rechtsaf en volgen een gracht richting het Beatrixpark. We lopen rustig.
‘Ik dacht dat jij zo’n fan was van vogels kijken,’ vervolgt ze.
‘Ben ik ook. Heerlijk om in het groen te lopen zonder vermogensmeter of hartslagmeter.’
‘Daar is anders niet veel van te merken.’
‘Tot 10 april train ik gericht voor Rotterdam. Daar wil ik een dik PR lopen op de marathon,’ antwoord ik. ‘Of eigenlijk denk ik niet echt aan mijn PR, maar ik wil de ochtend van de marathon 57 kilo wegen en dan de marathon lopen op 275 watt. Het gevolg is dan (vermoedelijk) een dik PR.’
‘Voor mij hoeft dat niet. Tijden maken me niks uit, ik loop voor mijn plezier,’ zegt S.
Ik schiet in de lach: ‘Nou, ik loop óók voor mijn plezier zeg ik.’
‘Voor mijn gevoel staat het haaks op mekaar: voor je plezier lopen en dan al die trainingen op vermogen voor een snelle tijd.’
We rennen rustig door het Beatrixpark en praten over corona-regels, vakanties, worstelende kinderen en een reclamecampagne van Tony Chocolony.
’s Avonds denk ik terug aan ons gesprek en mijn trainingsschema, felle intervaltrainingen en mijn persoonlijke records.
Is het overdreven om gericht te trainen voor een persoonlijk record en kun je beter ‘lekker lopen’?
Ik ben 42, heb een zoon, een eigen bedrijf, ik schrijf boeken en ik heb genoeg te doen. Is het wel de moeite waard om zoveel tijd te steken in hard rennen? Als ik mezelf die vraag stel, voel ik van mijn borst tot mijn buik een oergevoel naar boven borrelen. Jaaaaahhhhh, dat is goed om te doen. Mijn hoofd krijg ik er niet helemaal omheen gedraaid, maar in het diepste van mijn wezen zit iets, dat er de grootste lol aan beleeft om snoeihard te rennen en mezelf te verbeteren. Het is leuk om nog persoonlijke records te kunnen lopen en de komende maanden ben ik voornemens om aardig wat records te lopen. Tijdens een training waarbij ik afwisselend op marathonwattage loop en tussendoor rustige kilometers maak, denk ik aan een gesprek met Klaas B, mijn trainer en partner in mooie plannen. Die smult ook van de persoonlijke records in zijn loopgroep. Er blijken – na wat denkwerk – aardig wat voordelen te zitten aan trainen voor een persoonlijk record en één nadeel.
Voordelen van trainen voor een persoonlijk record
1. Hoe meer verschillende dingen je doet, hoe meer ruimte voor loopvreugde. Vogels kijken, intervaltraining, trainen op marathonhartslag (of marathonvermogen), trailrunnen in een bos, een wedstrijd lopen op de weg, rennen over het strand en de duinen, een trail in de bergen, alleen lopen in de ochtend, met een groepje lopen in de middag, verder rennen dan ooit tevoren, lopen bij volle maan, samen lopen in stilte: hardlopen kent vele gedaantes en elke gedaante wakkert loopvreugde aan. Trainen voor een persoonlijk record is daar één van. Dus af en toe een periode prikken om snoeihard te lopen vergroot de loopvreugde.
2. Jezelf overtreffen met hardlopen sijpelt door in je brein en heeft (mogelijk) ook invloed buiten de sport. Het is vrij eenvoudig om een goede loper te zijn. Ik volg het schema van looptrainer Klaas en doe gewoon precies wat daarin staat. Daar word ik sneller van en dus loop ik records. Dat is makkelijker dan een bijvoorbeeld een goede vader zijn, waar geen trainer is die precies zegt hoe dat moet. Maar met een goed (loop)gevoel op zak, is het makkelijker om met aardige ogen naar mezelf te kijken als ik worstel met het ouderschap: ik doe mijn best, dat is goed.
3. Niet alleen heeft jezelf overtreffen invloed op je brein, maar ook op je lichaam. Een lichaam gedijt goed bij nieuwe prikkels, bij heftige inspanning. Overbelasting loert als je véél en hard loopt, maar af en toe een periode met intense prikkels is uitstekend. Goed voor je botten, goed voor je spieren, goed voor je lijf.
4. Een PR loop je nooit alleen voor jezelf. Dus zelfs als je zelf geen behoefte hebt aan een persoonlijk record, is het voor anderen goed om het toch te doen. Er is altijd wel iemand in je omgeving (een vriend, partner, loopmaatje, kind) die je aansteekt door heel hard te rennen. Wat is er leuker dan iemand anders een zetje geven om zijn/haar grenzen wat op te rekken?
Nadeel van een persoonlijk record nastreven
Zondag 13 februari hoop ik een persoonlijk record op de 10 kilometer te lopen. Met een concrete datum en een concrete afstand borrelt ook meteen een nadeel op. Want als ik het niet haal, ben ik dan chagrijnig en ben ik niet te genieten voor mijn omgeving? Hoewel het op zich ook geen ramp is om een keertje chagrijnig te zijn, is dat gevaar er niet. Want hoe serieus ik het lopen en de voorbereiding ook neem, het morrelt niet aan mijn gemoed of identiteit als ik het niet haal. Het is de gekke toestand van iets heel serieus nemen, zonder het serieus te nemen. En dan gewoon keihard rennen. Overigens wil ik zondag boven de 300 watt lopen en richt ik me niet direct op tijd. Met 300 watt loop ik onder de 35 minuten en dus een persoonlijk record. Maar als het ineens windkracht 7 is, wordt een PR misschien moeilijk, maar 300 watt lopen lukt dan prima.
Ja, maar als je nooit meer een persoonlijk record kúnt lopen, wat dan?
Als je op je 28ste wél fanatiek liep en je bent nu in de zestig, dan kun je natuurlijk geen persoonlijk record meer lopen. Maar goed, dan kun je wel wat anders leuks bedenken. Bijvoorbeeld meedoen met De Eerlijke Strijd, waarbij je leeftijd wordt meegenomen. Of je bedenkt een andere gekke uitdaging, zoals Nick Willis die al 20 jaar een mijl onder de 4 minuten loopt (uiteraard liggen de tijden voor ons, gewone stervelingen, wat anders, maar het idee blijft hetzelfde met een andere afstand of tijd). Het gaat er maar om dat je een prikkel hebt om nog even echt te hijgen en door je brandende bovenbenen heen te lopen. Goed voor je lijf, goed voor je gemoed.
Ode aan het menselijk lichaam, ode aan diepgaan, ode aan lopen.