Rob vertelde eerder al over zijn ambitie om de marathon van Amsterdam onder de 4 uur te lopen. Maar nu blijkt hij te langzaam op de tien kilometer. Wat nu?
Project 3:59:59 / Deel 2
Rob wil de marathon van Amsterdam onder de 4 uur lopen. Deel twee in zijn weg daarnaartoe.
Goed: ik ga dus het schema van de marathonrevolutie uitproberen. Dat betekent dat ik ga proberen om een marathon te lopen en daarvoor te trainen met duurlopen van maximaal 14 kilometer.
Voordat ik met dit schema kan beginnen, moet er een heleboel gemeten en berekend worden. Een van de pijlers van het schema is mijn tijd op de 10 kilometer: die bepaalt in hoeveel tijd ik de marathon van Amsterdam mag proberen te lopen.
Ik loop de tien kilometer in zo’n 50 minuten. Ik kijk naar de tabel in het boek en op basis van die tijd zou ik een marathon moeten kunnen lopen in 4:16. Ja, dúh: dat klopt als een bus, want ik heb inmiddels twee marathons achter de rug en de eindtijden waren respectievelijk 4:14 en 4:18.
Maar nu wil ik de marathon graag ónder de 4 uur lopen. Ik ga immers geen honderd dagen trainen met de marathonrevolutie om dezelfde tijd als vorig jaar neer te zetten. Wil ik een revolutie of niet? Nou dan!
Maar wat te doen? Het boek oppert dat ik me misschien heb ingehouden op de 10 kilometer. Want je kunt jezelf op die afstand helemaal kapot lopen en niet iedereen vindt dat prettig. Dus wat nu? Moet ik mijn 10 kilometer-tijd maar naar beneden bijstellen, uit de losse pols? Om dan, goh, da’s toevallig, op een 10K-tijd uit te komen die correspondeert met een marathonschema van 3:59:59?
Ik mail die vraag naar Maarten de Jong van Sportrusten en hij adviseert me om eerst maar eens te werken aan een snellere 10K-tijd. Ik heb immers nog een hele maand voordat mijn voorbereiding voor Amsterdam start. ”En tijdens de training met de marathonrevolutie ga je de 10K ook nog voluit lopen en mag je je tijd nog aanpassen.”
Hmmm… tijd om even logisch na te denken. Waar baseer ik mijn tijd van 50 minuten op de 10 kilometer eigenlijk op? Nou, op een proefje dat ik vorig jaar rond deze tijd deed, met mezelf, door zo hard mogelijk 10 kilometer te lopen. Ehhh: vorig jaar rond deze tijd? Jep. En waarom zou die tijd nu nog kloppen? Tja, goede vraag. Omdat ik dit jaar ongeveer dezelfde tijd als vorig jaar heb gelopen op de marathon van Rotterdam? Dan zal mijn 10K-tijd toch ook wel ongewijzigd zijn? Hmm: dat klinkt, moet ik toegeven, niet echt waterdicht.
Wordt het dan niet eens tijd om nog eens een 10K te lopen? Eigenlijk wel, ja. Maar als ik eerlijk ben, ben ik een beetje bang voor de 10K. Want op de 10K moet je echt voluit gaan. En omdat ik nogal wat blessures heb, die net, soort van, een beetje over zijn, zie ik er tegenop om het onderste uit de kan te halen.
Wat misschien onzin is: tijdens een langzame marathon van ruim 4 uur loopt je misschien meer kans op blessures dan tijdens een snelle 10 kilometer. Want in een korte, snelle loop belast je je gewrichten en pezen veel korter dan in een langzame, lange loop. Trouwens, nu ik het zeg: dat is dus precies de theorie achter de marathonrevolutie.
Goed, dus ik moet toch weer eens een 10K lopen. Ik kijk op zaterdag weinig enthousiast op hardloopkalenders en ik zie dat er meteen de volgende dag al een 10K wordt gehouden: het Loopfestival Leidsche Rijn, vlak naast mijn woonplaats Utrecht. Ik kan er op de fiets naar toe. Inschrijven kan tot een half uur voor de start dus wat staat me in de weg? Niets eigenlijk. Dus stap ik op zondagochtend op de fiets en ga op weg naar Leidsche Rijn.
Ik fiets langs de route en ik zie… niemand. Ja, een enkeling die zijn hond uitlaat en wat mensen die hun zondagse rondje hardlopen. Maar geen dranghekken, geen toeschouwers, niemand. Ik zou me toch niet in de datum vergist hebben?
Maar voordat ik mezelf blij kan maken, zie ik in de verte het Máximapark met een aantal tenten, een onmiskenbare startboog en, als ik dichterbij kom, veel mensen met strakke hardloopkoppen. Tja, het Leidsche Rijn loopfestival is geen marathon van Rotterdam: de schaal is gewoon wat kleiner en voor het parcours heb je geen dranghekken nodig.
Maar gelukkig zijn er ook hier veel vrijwilligers die hun best doen om alles soepel te laten verlopen. Hulde aan de vrijwilligers! Misschien moet ik zelf ook eens wat vrijwilligerswerk gaan doen bij hardloopwedstrijden: het hoeft niet altijd van één kant te komen. Maar niet afdwalen: nu eerst even onvoorbereid een persoonlijk record neerzetten op de tien kilometer. Hoe moeilijk kan het zijn?
Ik parkeer mijn fiets en ga op zoek naar de inschrijving.




